Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Deze techniek gebruikt een garenvlecht (ook wel koord of braid) die via een speciaal aanvoerhulpje onder de voet wordt geleid en direct op de stof wordt vastgestikt. Je vormt compacte spiralen op gemarkeerde punten en verbindt die met rechte lijnen, net langs de met krijt voorgetekende route. Het eindbeeld is decoratief en tastbaar: een geordend ritme van spiralen rondom de hals.
Wanneer toepassen
- Als je een subtiele maar opvallende halsafwerking wilt zonder een zware boord.
- Wanneer een textuurcontrast het kledingstuk mag verrijken.
- Als alternatief voor klassiek borduurwerk wanneer je met koord/vlecht een sneller volume-effect wil.
Beperkingen
- Vereist een vaste hand: je stuurt de vlecht continu terwijl de machine stikt.
- De kwaliteit van het resultaat hangt sterk af van hoe strak en gelijkmatig je de spiralen vormt.
Geschiktheid
- Ervaring: gemiddeld. Basisbediening van naai-/borduurmachine en bekendheid met een koord-/couching-voet zijn handig.
Snelcheck
- Je bent klaar om te starten als: de stof strak is ingespannen, het halsontwerp met krijt is uitgetekend en de aanvoer van de garenvlecht soepel loopt.
2 Voorbereiding
Benodigdheden
- Machine: een naai-/borduurmachine die een koord of vlecht kan vaststikken met een geschikt opzetstuk.
- Aanvoerhulpje/attachment: speciaal bedoeld voor garens, koorden of vlechten.
- Materialen: garenvlecht, rayon borduurgaren (beiden zijn in de bron vermeld), stof.
- Gereedschap: schaartje voor het strak afknippen van uiteinden.
- Markering: krijtlijnen voor spiralen en verbindingsroutes.
Let op
- In de bron worden geen exacte stekeninstellingen, stekengrootte of naalddikte vermeld. Test daarom altijd op een proeflapje.
Praktische tips bij materiaalkeuze
- Garenvlecht: kies een vlecht die soepel in het attachment loopt en past bij het gewicht van je stof.
- Garen: rayon geeft een subtiele glans en hecht de vlecht netjes zonder te stug te worden.
- Stof: vlakke, stabiele stoffen zijn het makkelijkst om mee te starten; rekbare stoffen vragen meer controle.
Als je vaak moet in- en uitspannen, kan een hulpmiddel comfort bieden; bijvoorbeeld een magnetisch borduurraam voor borduurmachine kan het herpositioneren rond de halsafsnijding vergemakkelijken, mits het je stof en project toelaat.
Snelcheck - Is je patroon symmetrisch rond het midden voor en achter? Zijn alle cirkels en verbindingslijnen duidelijk getekend? Beweegt de garenvlecht vrij door het hulpstuk?

Checklist Voorbereiding
- Stof strak ingespannen, middenlijn en cirkels met krijt gemarkeerd.
- Garenvlecht en rayon garen gekozen en binnen handbereik.
- Koord-/vlechtattachment gemonteerd en getest op een proeflap.
- Schaartje klaar, werkverlichting aan.
3 Setup
Werkplek en machine
- Plaats de ingespannen stof onder de machinevoet exact bij het startpunt van de eerste spiraal.
- Zorg dat de garenvlecht vloeiend wordt aangevoerd via het hulpstuk, zonder knikken.
Beweeg- en snelheidscontrole
- Begin met gematigde snelheid. Te snel werken vergroot de kans op openingen in de spiraal of onregelmatigheden in rechte lijnen.
Waarom deze setup?
- Strakke spanning en vloeiende aanvoer voorkomen dat de vlecht opbolt of verschuift. Een rustige snelheid geeft je tijd om exact te sturen.
Pro-tip
- Plaats de machine zo dat je pols de stof licht kan ondersteunen: je stuurt met vingertoppen rond de voet, terwijl de andere hand de vlechtgeleiding in de gaten houdt.
Snelcheck
- Kun je de eerste halve cirkel vormen zonder dat de vlecht trekt of hapert? Zo ja, dan zit je goed voor de volledige spiraal.
Voor wie veel kledingstukken in serie afwerkt, kan de workflow baat hebben bij hulpmiddelen; wie met Brother werkt, kan bijvoorbeeld een hoopmaster inspanstation overwegen om herhaalpositie te vereenvoudigen, hoewel dit niet strikt nodig is voor deze techniek.
Checklist Setup
- Startpunt van de eerste spiraal onder de voet uitgelijnd.
- Garenvlecht zonder wrijving door het attachment.
- Machine op gematigde snelheid, goede verlichting.
- Proeflapje test geslaagd.
4 Stappen in de praktijk
De werkwijze volgt een helder ritme: spiraal vormen, daarna verbinden met een rechte lijn, en herhalen op de volgende markering.
4.1 Eerste plaatsing van de vlecht
- Leg de garenvlecht precies op het startpunt van de getekende cirkel. Zorg dat de voet de vlecht meteen kan vastzetten.
- Houd lichte spanning op de vlecht, net genoeg om hem vlak te laten liggen.

Verwacht resultaat
- De vlecht ligt stabiel onder de voet, zonder kronkels; klaar om met kleine cirkels te beginnen.
Let op
- Als de vlecht vóór de eerste steken verschuift, ontstaat er later een ‘los uiteinde’. Breng desnoods de voet iets omhoog, herpositioneer en probeer opnieuw.
4.2 De eerste spiraal stikken
- Start langzaam en maak een heel kleine binnenbocht: naai in cirkels die geleidelijk uitwaaieren.
- Leid de vlecht met de hand consistent rondom, zodat de windingen strak aansluiten.
- Knip een eventueel overtollig begin van de vlecht kort af wanneer het is vastgezet.


Verwacht resultaat
- Een compacte, gelijkmatige spiraal met krappe binnenbocht en geconcentreerde stiksels.
Snelcheck
- De windingen raken elkaar of liggen minimaal gespreid zonder kieren. De bovenkant oogt vlak, zonder opstaande lusjes.
4.3 Van spiraal naar rechte verbindingslijn
- Wanneer de spiraal compleet is, leid je de vlecht naar de getekende route richting het volgende punt.
- Stik de vlecht in een rechte lijn; volg de krijtmarkering nauwkeurig en behoud dezelfde spanning.



Verwacht resultaat
- Een strakke, rechte ‘brug’ die twee spiraalpunten elegant verbindt.
Let op
- Een te hoge snelheid op rechte stukken kan tot slingerende lijnen leiden. Houd het tempo gelijk aan dat van de spiraal.
4.4 Volgende spiralen en ritme behouden
- Herhaal het traject bij de volgende cirkel: maak de spiraal en verbind deze weer met een rechte lijn.
- Blijf je handcoördinatie en spanning controleren; consistentie is de sleutel tot een harmonisch patroon.





Verwacht resultaat
- Een serie van identieke spiralen, allemaal verbonden door even brede, rechte segmenten.
Pro-tip
- Werk in segmenten: eerst een volledige spiraal, daarna meteen de verbindingslijn, zodat je niet later moet ‘terugvinden’ waar je gebleven was.
Wie vaak halsranden in verschillende maten opstelt, kan bij het inspannen voordeel ervaren van magnetische borduurringen, zeker als de halsopening dicht bij de rand van het raam loopt.
4.5 Afhechten en knippen
- Als een segment klaar is, maak dan enkele bevestigingssteken op het einde van de vlecht.
- Knip het restant van de vlecht strak af. Controleer meteen of er geen losse lusjes zichtbaar zijn.

Snelcheck
- Uiteinden zijn secure vastgezet en netjes weggeknipt, zonder rafels of loskomende stiksels.
Checklist Stappen
- Startpunt nauwkeurig geplaatst en vastgezet.
- Spiraal compact, gelijkmatig en zonder openingen.
- Verbindingslijn recht en exact over de markering.
- Segment beëindigd met verankering en korte, schone knip.
In projecten met uiteenlopende merken kan het handig zijn te weten dat er opties bestaan zoals borduurringen voor janome mc400e, wat relevant is als je dezelfde techniek naar andere machines wil overdragen.
5 Kwaliteitscontrole
Wat is ‘goed’?
- Spiralen: rond, gelijkmatig en zonder zichtbare openingen tussen de windingen.
- Lijnen: recht, consistent in breedte en precies over de markering.
- Textuur: de vlecht ligt vlak zonder bobbels; de stiksels zijn regelmatig.
Vroege waarschuwingssignalen
- Kleine kieren in de spiraal—meestal door te snel draaien of te weinig aansturing.
- Slingerende verbindingslijnen—meestal door onregelmatige snelheid of onvoldoende zicht op de markering.
- Opstaande lusjes—wijst op onvoldoende spanning of haperende aanvoer van de vlecht.
Snelcheck
- Bekijk na elke spiraal kort in tegenlicht: zie je een gelijkmatig glansspoor in het rayon garen zonder onderbrekingen, dan zit je op koers.
Wie met veel verschillende stoffen werkt, kan baat hebben bij consistente inspansystemen; een dime snap hoop borduurring wordt vaak gekozen voor snel herpositioneren, al is het geen vereiste voor deze techniek.
6 Resultaat & vervolg
Wat je aan het eind ziet - Een volledig patroon van meerdere spiralen met nette verbindingslijnen rondom de hals—sierlijk en duidelijk voelbaar als reliëf.

Gebruik en styling
- Het motief is bij uitstek geschikt voor halsranden van tops, tunieken en jurken. Gebruik het subtiel op effen stoffen of als tegenwicht bij een lichte print.
Onderhoud
- De bron noemt geen specifieke was- of strijkinstructies; bij textuurrijke elementen is een waszak en een mild programma vaak verstandig. Test bij voorkeur op een proefstuk.
Uit de reacties
- Over opnames: de maker meldt dat er een smartphone-camera is gebruikt. Dit zegt niets over het naaiproces, maar verklaart close-ups en camerahoeken.
- Over materiaal: rayon garen en een garenvlecht zijn expliciet genoemd. Houd daar rekening mee als je het glanseffect wilt reproduceren.
Voor wie met verschillende merken kleding werkt, kan het handig zijn alternatieve raamopties te kennen; zo kunnen magnetische borduurringen voor babylock borduurmachines of een magnetische borduurring voor brother se1900 het inspannen rond halsranden vereenvoudigen, mits compatibel met je machine.
7 Probleemoplossing
Symptoom → Oorzaak → Actie
1) Spiralen met openingen tussen windingen
- Oorzaak: te hoge snelheid of te weinig handsturing bij het draaien.
- Actie: verlaag de snelheid; concentreer op gelijkmatige bochten; controleer of de vlecht vlak tegen de vorige winding ligt.
2) Verbindingslijn slingert
- Oorzaak: onvoldoende zicht of onregelmatig tempo.
- Actie: zet extra licht op de markering; houd de snelheid constant; positioneer je handen breder voor stabieler geleiden.
3) Opstaande lusjes of bobbels in de vlecht
- Oorzaak: aanvoer hapert of spanning niet consistent.
- Actie: controleer de route van de vlecht door het attachment; verwijder knikken; werk met lichte, constante spanning.
4) Losse uiteinden na het knippen
- Oorzaak: onvoldoende verankering vóór het knippen.
- Actie: voeg 3–4 bevestigingssteken toe; knip pas daarna vlak af en controleer nogmaals.
5) Onverklaarbaar onregelmatig stikbeeld
- Oorzaak: niet gespecificeerd in de bron; vaak testje nodig.
- Actie: maak een proeflap met identieke stof en vlecht; varieer alleen snelheid of handdruk en evalueer.
Snelcheck
- Herhaal het patroon: als hetzelfde probleem telkens bij bochten optreedt, zit de oorzaak meestal in snelheid/geleiding; als het bij rechte stukken gebeurt, kijk naar zicht en armpositie.
Let op
- De video specificeert geen machine-instellingen (lengte/breedte/steektype) en geen naaldtype. Vermijd aannames: test op reststof tot het resultaat matcht met jouw materiaal.
Pro-tip
- Werk in sessies van korte segmenten en bekijk het geheel regelmatig op armlengte; je oog ziet dan sneller kleine variaties in spiraalgrootte of lijnloop.
Wie vaak wisselt tussen projecten of halsmaten kan het handig vinden om grotere ramen bij de hand te hebben; een mighty hoop 11x13 geeft bijvoorbeeld extra speelruimte bij positioneren, al is het niet noodzakelijk voor deze techniek.
Uit de reacties
- Machinevraag: een reactie noemt een industriële zigzagmachine SINGER 20u. Dit geeft richting, maar is geen vereiste; de techniek is overdraagbaar zolang je een geschikt aanvoerhulpje voor vlecht/koord gebruikt.
- Draadvraag: rayon garen plus garenvlecht zijn genoemd; wil je hetzelfde glanseffect, begin daarmee.
Als je seriematig werkt en veel moet herpositioneren, kan een systeem met magneten of klemmen het proces versnellen; zo worden soms magnetische borduurringen voor babylock of een dime snap hoop borduurring ingezet voor efficiëntie, afhankelijk van machinecompatibiliteit en project.
Tot slot
- Bouw je tempo rustig op: de mooiste spiralen ontstaan door controle, niet door snelheid.
- Werk met duidelijke markeringen en controleer telkens je symmetrie rond het midden.
- Fixeer, knip en inspecteer per segment; zo blijft je hele halslijn consistent.
Wie verschillende machine-ecosystemen combineert, kan zich oriënteren op compatibele alternatieven zoals magnetische borduurringen voor brother of het gebruik van een magnetisch borduurraam voor borduurmachine als dat beter past in je werkvolgorde.
