Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Cutwork is een borduurtechniek waarbij je na een eerste borduurfase delen van de stof wegsnijdt en die openingen vervolgens creatief opvult—hier met een goudkleurig netpatroon. Het resultaat: transparante vleugelpartijen die contrast en diepte geven. Deze techniek werkt vooral goed op stoffen die zich netjes laten snijden en de satijnranden strak ondersteunen.
Wat je gaat maken: een vlinder met
- een duidelijke paarse omtrek;
- dichte satijnvullingen binnen de vleugels;
- zorgvuldig uitgesneden openingen;
- een goudkleurig net over de open delen;
- afgewerkte buitenranden;
- een lijfje, voelsprieten en kleine, glanzende goudstipjes.
Wanneer toepassen: als je een opvallend, luchtig effect wilt en je ontwerp expliciet voor cutwork is gedigitaliseerd (de stappen en pauzemomenten zijn daarin voorzien). Niet aanbevolen op extreem rekbare stoffen zonder de juiste versteviging.
Let op wat wel en niet vermeld is in de bron:
- Het exacte machinemodel wordt in het videomateriaal niet genoemd (in de reacties geeft de maker aan met industriële zigzagmachines te werken).
- Instellingen voor snelheid, spanning en steekdichtheid worden niet gespecificeerd.
- Type versteviging/stabilizer wordt niet expliciet genoemd.
- De afmeting van het vlinderontwerp wordt niet gegeven.

1.1 Waarom deze volgorde werkt
De methode bouwt van buiten naar binnen én van veilig naar precies: eerst borg je contour en vulling, dan snij je pas open, en vervolgens leg je met het net en de randen alles vast. De satijnranden geven een harde grens waar je langs kunt snijden, zodat het net kan “zweven” in de opening zonder uitrafelen.
1.2 Wat je minimaal nodig hebt
- Een borduurmachine (met een passend ontwerpbestand voor cutwork-vlinders).
- Stof die netjes snijdt.
- Boven- en ondergaren: paars (hoofddeel) en goud metallic (net en stipjes), ondergaren zwart voor contrast in het net (zoals in de demonstratie).
- Kleine, scherpe schaartjes.
- Hoepel/raam en versteviging passend bij je stof.
Tip: Als je vaak in- en uit moet spannen voor precisiesnedes, kan een magnetische borduurringen helpen om de stof snel en vlak terug te plaatsen zonder trekstrepen.
2 Voorbereiding
Goede voorbereiding is cruciaal voor een strak cutwork-resultaat. Je zorgt ervoor dat je bestand, materiaal en werkplek elkaar ondersteunen.
2.1 Bestandscontrole
Zorg dat je een gedigitaliseerd cutwork-bestand van de vlinder hebt. Het bestand hoort:
- een eerste omtrek te bevatten;
- satijnvullingen voor binnenvakken;
- een randsteek die stevig genoeg is om langs te snijden;
- een patroonfase voor het net in de openingen;
- afwerksteken voor de buitenranden;
- het lijfje en de voelsprieten;
- en tot slot decoratieve stipjes.
Staat er iets niet in jouw bestand, pas het ontwerp aan of kies een bestand met deze fases.
2.2 Materialen en garen
- Boven: paars voor basis en afwerking; goud metallic voor net en stipjes.
- Onder: zwart (zoals gedemonstreerd) voor een helder netcontrast.
- Stof: een stabiel, middelzwaar weefsel snijdt het mooist.
- Stabilizer: niet gespecificeerd in de bron; kies iets dat jouw stof ondersteunt en niet trekt.
Wie veel designs op kleding plaatst, zal merken dat een magnetisch borduurraam voor borduurmachine het herpositioneren na het uitsnijden versnelt zonder de stof te vervormen.
2.3 Werkplek en hoepelen
- Werk op een schone, vlakke tafel.
- Span de stof met stabilizer gelijkmatig in: geen plooien, geen “trampolinegevoel”.
- Markeer desnoods het midden op stof en ontwerp.
Als je vaak herhaalproducties doet, denk dan aan een hoopmaster inspanstation om snel, herhaalbaar en symmetrisch te positioneren.
2.4 Voorbereidings-checklist
- Ontwerpbestand met volledige cutwork-structuur
- Stof en stabilizer afgestemd
- Paars, goud metallic en zwart ondergaren aanwezig
- Schaartjes getest op precisiesnedes
- Hoepel/raam stabiel en vrij van pluisjes
3 Setup
Een stabiele setup voorkomt trek, breuk en scheve netten.
3.1 Machine en spanning
De video geeft geen concrete spannings- of snelheidswaarden. Houd algemene richtlijnen aan:
- Start met een conservatieve snelheid; verhoog pas als de steken consequent zijn.
- Metallic garen: lagere snelheid en zo min mogelijk spanning.
Uit de reacties blijkt dat de maker fabrieksinstellingen gebruikt en “licht op het pedaal” werkt. Wil je bij herhaald in- en uitspannen je werk versnellen, overweeg dan een magnetische borduurring voor brother als je met dat ecosysteem werkt—niet omdat dit in de video is gebruikt, maar omdat het workflowmatig helpt.
3.2 Naaldkeuze en netgaren
De bron noemt geen naaldtype; kies een frisse naald en, voor metallic, een naald met groter oog. Bewaar metallic op droog, stofvrij en vermijd knikken.
3.3 Stabiliteit van de hoepel
Check dat de stof overal gelijkmatig wordt vastgehouden. Voor nauwkeurig snijden is een vlakke, strakke ondergrond onmisbaar.
3.4 Setup-checklist
- Testlapje met dezelfde stof/garens is geborduurd
- Snelheid rustig, vooral bij metallic
- Naald vers en passend
- Stof strak en vlak ingehoepeld
4 Stappen in de praktijk
Hieronder staat het volledige proces in duidelijke fasen met controlepunten. Houd na elke fase een korte pauze om te inspecteren.
4.1 Omtrek borduren (basislijn)
Start met paars bovengaren en borduur de omtrek van de vlinder: vleugels en lijf.
- Doel: een heldere perimeter waarbinnen de vullingen komen.
- Controle: de lijn moet gesloten en gelijkmatig zijn.
- Herstel: bij gemiste steken opnieuw inrijgen, zonodig spanning bijstellen.

Snelcheck
- Is de contour één doorlopende lijn zonder lusjes? Dan kun je vullen.
4.2 Binnenvakken vullen met satijnsteken
Borduur de aangewezen binnenvakken van de vleugels met dichte paars satijnvulling. Dit vormt de kleur- en textuurbasis.
- Controle: dichtheid en dekking overal gelijk; geen open plekken.
- Herstel: kleine onregelmatigheden kun je in dezelfde fase bijsturen.

Resultaatverwachting: minstens één vleugeldeel is volledig gevuld en toont een effen, glanzend oppervlak.

Let op
- Ongelijke dichtheid kan tot rafels leiden zodra je gaat snijden. Corrigeer nu, niet later.
Een compacte, vlakke vulling trekt minder als je later de openingen uitsnijdt. Werk je veel in kleinere velden, dan is een mighty hoop 5.5 handig om materiaal lokaal strak te houden zonder spanning op de rest.
4.3 Tweede satijnrand voor definitie
Borduur een tweede, dichtere satijnlaag rondom de eerder gevulde delen. Dit creëert de snijlijn.
- Waarom: een hogere “wal” geeft je schaartjes een duidelijke grens en beschermt de vulling.
- Controle: volgt de rand exact de contour? Geen slingeren of lusjes?

Resultaat: twee vleugeldelen met scherpe randen die snijklaar zijn.

Pro-tip
- Plan je snede zo dat je de stof in natuurlijke bochten knipt; korte knipbewegingen geven meer controle in hoeken.
4.4 Uitsnijden van de stof (cutwork)
Neem indien nodig de hoepel uit de machine. Gebruik kleine, scherpe schaartjes om de stof binnen de gemarkeerde vakken weg te snijden. Laat de satijnrand intact.
- Controle: snede strak en precies langs de rand; geen steekschade.
- Herstel: kleine snippertjes laten zitten is beter dan een te ruime knip; die kun je later nog weghalen.

Na het verwijderen zie je per vak een schone opening—dat is je venster voor het net.

Let op
- Duw de punt van de schaar onder de stof, niet in de steken. Snijd in korte segmenten om uitschieters te voorkomen.
Wie bij snij-stops graag de hoepel razendsnel uit en in de machine klikt, kan baat hebben bij een dime snap hoop borduurring in workflows die frequent herplaatsen vereisen.
4.5 Netpatroon borduren met metallic goud
Wissel naar goud metallic bovengaren en gebruik zwart ondergaren (zoals in de demonstratie) voor helder contrast. Borduur het net over de openingen.
- Controle: gelijkmatige rasterafstand; geen overslaande steken; draadspanning rustig.
- Herstel: bij draadbreuk opnieuw inrijgen, tempo verlagen.

Verwacht een fijn kruisnet dat de openingen subtiel vult en licht vangt.

Snelcheck
- Zakt het net niet weg en blijven kruispunten vast? Dan klopt spanning en snelheid waarschijnlijk.
Bij open vleugeldelen is beheerst transport cruciaal. Werk je op cilindrische of smalle delen (mouwen of kinderitems), dan kan een mouw-borduurring helpen om het materiaal vrij te laten hangen zonder vouwen.
4.6 Buitenranden afwerken met satijnsteken
Schakel terug naar paars en borduur de buitencontour van de vleugels dicht.
- Doel: de totale vleugelvorm afsluiten en verstevigen.
- Controle: egale dekking; randen vloeiend zonder “zaagtand”.

Resultaat: een scherp omlijnde vleugel met glanzende rand.

Let op
- Gaten of ongelijkmatige richting in de rand vallen direct op. Stop bij twijfel en corrigeer kleine zones.
Heb je bij intensieve projecten behoefte aan grotere, stabiele hoepelkeuze, dan kan een magnetische borduurramen-oplossing variëren in maat zodat je minder hoeft te verplaatsen.
4.7 Lijfje en voelsprieten
Borduur nu het lijfje en de voelsprieten in paars. De lijnen zijn fijn; zorg voor stabiele spanning.
- Controle: symmetrie van de voelsprieten, lijfje volledig gevuld zonder gaatjes.

Pro-tip
- Werk voor fijne lijnen met een nieuwe naald en verlaag de snelheid om trillingen te minimaliseren.
4.8 Goudkleurige decorstipjes
Sluit af met kleine gouden stipjes op de vleugels. Dat geeft sprankeling en ritme aan het ontwerp.
- Controle: plaatsing en grootte consistent; stipjes rond en netjes afgesloten.

Snelcheck
- Als alle stipjes gelijk ogen en de spanning niet “trekt”, ben je klaar om te showen.
Heb je veel verschillende projecten op één dag? Gebruik dan een workflow met een magnetische borduurringen voor borduurmachines zodat je snel tussen items wisselt zonder tijdverlies door herhoepelen.
4.9 Stappen-checklist
- Omtrek in paars: doorlopend en strak
- Satijnvullingen: volledig dekkend
- Tweede rand: snijklaar, overal gelijk
- Uitsnijden: randen onbeschadigd
- Net in goud: gelijkmatig raster, geen lusjes
- Buitenrand: volle dekking rondom
- Lijfje/voelsprieten: symmetrisch, gevuld
- Stipjes: rond en consistent
5 Kwaliteitscontrole
Zo zie je of je op koers zit:
- Contouren: scherp en gesloten; geen “happen” uit lijnen.
- Vullingen: vlak en dicht; satijn glanst, geen open plekken.
- Snijranden: netjes, zonder rafel die voorbij de satijnrand komt.
- Net: gelijkmatige ruitjes; kruisingen strak, garen niet opgekropt.
- Buitenrand: één egale “riem” rondom; geen kleurverschillen door spanning.
- Lijfje/voelsprieten: fijn, symmetrisch, zonder draaduiteinden.
- Stipjes: duidelijk rond en vast.
Snelcheck
- Trek licht aan de stof langs de netopeningen: blijven de steken stabiel zonder los te komen? Dan zit je goed.
6 Resultaat & vervolg
Het eindresultaat is een levendige vlinder met transparante vleugeldelen, een strak paars lijf en sprankelende goudaccenten. In de demonstratie wordt de paarse vlinder naast andere kleurvarianten getoond, zodat je ziet hoe hetzelfde patroon zich leent voor een palet aan garens.

Gebruik en bewaren
- Leg je werk plat tot het volledig afgekoeld is (metallic garen zet zich dan rustiger).
- Knip eventuele losse draadeindjes aan de achterkant voorzichtig weg.
Vervolgideeën
- Varieer garenkleuren: contrasterende buitenrand of subtieler net.
- Maak een set van meerdere vlinders voor decoratieve toepassingen.
7 Probleemoplossing
Hier bundelen we signalen uit het proces en inzichten uit de reacties, met herstelstappen.
Symptoom: Draadbreuk, vooral bij metallic
- Oorzaak: te hoge spanning of snelheid; knikken in de draad; ruwe naaldoog.
- Oplossing: verlaag snelheid, minimaliseer spanning, vervang naald, controleer draadafloop.
- Uit reacties: de maker meldt dat hij vóór het borduren kerosine op de draad aanbrengt. Dit is een persoonlijke praktijk; als je dit overweegt, wees uiterst voorzichtig, test op een veilige plek en houd rekening met materiaal- en machinegaranties.
Symptoom: Ongelijke satijnvulling
- Oorzaak: instabiele hoepeling of onbalans in dichtheid.
- Oplossing: herhoepel strakker, borduur langzaam in bochten, corrigeer kleine zones direct.
Symptoom: Rafelige snijranden
- Oorzaak: botte schaar; te dicht langs steken gesneden.
- Oplossing: gebruik scherpere schaartjes; knip in korte stukjes; stop zodra je de satijnrand nadert.
Symptoom: Net zakt weg of heeft losse kruisingen
- Oorzaak: spanning te laag of te hoog; te hoge snelheid bij metallic.
- Oplossing: pas spanning bij, verlaag snelheid, let op gelijkmatige stofondersteuning.
Symptoom: Scheve voelsprieten
- Oorzaak: stofverplaatsing door trilling.
- Oplossing: snelheid omlaag, stof strakker in de hoepel, controleer transport.
Beslisboom bij snijfasen
- Als je randen al een duidelijke “wal” vormen → snijd direct langs de rand met korte knippen.
- Als de rand nog onregelmatig oogt → zet eerst een extra, smalle satijnlijn (indien je bestand dat toelaat), snijd daarna.
Let op
- Forceer geen snelheid met metallic: rustig borduren spaart steken én zenuwen.
8 Uit de reacties
- Machinekeuze: de maker gebruikt industriële zigzagmachines (SINGER 20u) en houdt fabrieksinstellingen aan, met licht voetpedaalgebruik.
- Compatibiliteit: op de vraag of hetzelfde kan met een SINGER 974n is geen bevestigend antwoord gegeven; men heeft dat model niet.
- Garen: rayon wordt gebruikt; genoemde merken zijn o.a. SAKURA, VENUS en NUMBER ONE.
- Snelheid: geen vaste waarde; rustig en gecontroleerd werkt het best, vooral met metallic.
Pro-tip
- Werk je veel op uiteenlopende artikelen (dik/dun), overweeg dan een flexibel hoepelarsenaal: een magnetisch borduurraam voor snel wisselen, plus traditionele ringen voor maximale spanning op lastige zones.
