Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Deze techniek is ideaal wanneer je met een duidelijke silhouetvorm werkt en extra diepte wilt met minimale vormen: een centrale zon in drie lagen, een silhouet met subtiele richting in de steken en organische achtergrondblobs voor een tropische sfeer. De aanpak combineert auto-digitaliseren (snel en betrouwbaar voor een effen silhouet) met handmatig ingestelde vullingen (radiaal, gradient, ripple) voor controle over textuur en dichtheid.
- Wat je maakt: een tropische flamingo op een gelaagde zon (geel/oranje/rood) met blauwe achtergrondblobs en een lichte ‘halo’ rondom de flamingo.
- Wanneer je dit gebruikt: bij silhouetten in één kleur of wanneer je snelle voortgang wilt met toch veel textuurvariatie.
- Wanneer niet: als je fotorealisme of meerdere kleurvlakken binnen de flamingo zoekt; daarvoor is handmatig digitaliseren per deelgebied beter.
Let op: afmetingen van het eindborduurwerk worden in de bron niet exact gespecificeerd; schaal dus naar je hoepel en stof.
Soms kan de keuze voor hulpmiddelen buiten de software je werk versnellen; wie regelmatig grote of gewatteerde panelen inspant, profiteert vaak van een magnetische borduurringen omdat die de lagen vlak en stabiel houden zonder de stof te forceren.
2 Voorbereiding
2.1 Bestanden en bronafbeelding
- Artwork: een flamingo in SVG-formaat (uit een online bibliotheek) dat eerst naar een gangbaar beeldformaat (JPG/PNG) is geconverteerd.
- Hatch is gestart met een nieuw ontwerp; de afbeelding wordt geïmporteerd en zichtbaar in de werkruimte.


Snelcheck
- Zie je de flamingo-afbeelding direct in de werkruimte? Dan is de conversie gelukt.
2.2 Materiaal en kleurkeuze
- Garen: selecteer vooraf een kleine, contrastrijke palet: blauw (achtergrond), geel/oranje/rood (zon), roze (outline), donkergrijs/zwart (flamingo).
- Stof: kies een stabiele stof; onderlagen worden op enkele plekken bewust uitgezet om bulk te beperken.
Een strakke werkstroom begint bij stevig inspannen. Werk je veel op lastige kledingdelen, dan kan een hoopmaster inspanstation de plaatsing versnellen en consequenter maken.
Checklist Voorbereiding
- Afbeelding geconverteerd en geïmporteerd
- Kleurenpalet bij de hand (fysieke garens)
- Hoepel/werkvlak en stabilisatie afgestemd op je stof
3 Setup in Hatch
3.1 Projectbasis en automatische silhouet
- Start een nieuw ontwerp en importeer de flamingo.
- Selecteer de afbeelding en kies Auto Digitize > Instant Embroidery: Hatch maakt direct een tatami-vulling voor het silhouet.

- Pas desgewenst de kleur aan (donkergrijs/zwart) voor overzicht.
Waarom dit werkt
- Een silhouet met één kleur is ideaal voor auto-digitaliseren; het scheelt tekenwerk en levert een nette basisvulling.
3.2 Zon als drie lagen (radiaal + gradient)
We tekenen drie cirkels en variëren vullingen/dichtheid voor diepte.
1) Gele binnenste cirkel
- Teken een cirkel (Circle tool), Tatami + felgeel.
- Stitch spacing: 0.46. Effects > Radial Fill: N=1, R-Radius=0.38.
- Resultaat: zichtbaar radiaalpatroon met luchtige dichtheid.


2) Oranje cirkel
- Dupliceer de gele cirkel (Ctrl+D), verklein iets met Shift ingedrukt (vorm behoud).
- Kleur: oranje. Radial Fill: R-Radius=0.48, R-Hole Radius=0.44. Stitch spacing: 0.36.
- Resultaat: tweede ring versterkt het zon-effect.

3) Rode buitenste cirkel
- Dupliceer opnieuw en zet de kleur op rood.
- Zet Radial uit; zet Gradient aan. Minimum spacing 0.3, Maximum 0.4, Stitch spacing 0.28.
- Onderlagen uit; orienteer de gradient van boven naar beneden.
- Resultaat: vloeiende dichtheidsovergang die de ondergaande zon suggereert.

Let op
- Verkeerde gradient-richting oogt onnatuurlijk; draai de hoek tot de overgang van boven af leest als ‘licht naar donker’.
Checklist Setup
- Flamingo auto-gedigitaliseerd en van kleur voorzien
- Gele/oranje/rode cirkels met juiste instellingen en zichtbare effecten
- Onderlaag bij rood uit, richting correct
4 Stappen in de praktijk
4.1 Compositie en laagvolgorde
- Breng de flamingo naar voren in de stapel.
- Selecteer alle drie zonlagen en schuif ze omhoog tot de flamingo met romp centraal in de zon zit; kop en staart binnen de zon, voeten iets erbuiten.

Pro-tip Een strakkere stitch-flow krijg je wanneer overlappen worden verwijderd waar elementen toch volledig bedekt raken. Dit vermindert inslag en voorkomt ‘hobbels’.
4.2 Achtergrondblobs met ripple-textuur
- Teken met Freehand Closed Shape een organische ‘blob’; kleur: blauw.
- Verwijder overbodige nodes voor vloeiende curves (laat 4–5 hoofdnodes staan).

- Zet de vulling op Ripple; Density 4, Length 2.8.
- Dupliceer (Ctrl+D), spiegel horizontaal (Mirror), schaal iets kleiner, roteer vrij en positioneer aan de andere zijde. Breng beide ongeveer in het midden.

Waarom ripple hier goed werkt
- De regelmatige golving contrasteert met tatami en versterkt de tropische water/schemer-sfeer, zonder te ‘botsen’ met de radiale/gradient-lagen.
Wie veel werkt met dikkere stoffen of quilts, kan met een magnetisch borduurraam voor borduurmachine voorkomen dat de lagen verschuiven wanneer je grote vlakken met ripple vult.
4.3 Directionele vulling voor de flamingo
- Selecteer de flamingo en zet Effects > Florentine Effect aan voor een zachte richting in de steken.
- Stitch spacing: 0.42 voor een rustig, gelijkmatig oppervlak.
Snelcheck
- Volg de steekrichting met de muis: vloeit de richting mee met de vorm, zonder grillige draaiingen? Dan zit je goed.
Extra houvast bij positionering en herhaalwerk krijg je met mighty hoops magnetische borduurringen; vooral bij meerdere stuks blijft de hoekenlijn consistent doordat de magneetklemmen het materiaal vlak houden.
4.4 Halo rond de flamingo (outlines en offsets)
- Create Layouts > Create Outlines and Offsets.
- Eerst: Object Outline > Backstitch, kleur roze.
- Daarna opnieuw: Offset aan, afstand 0.025 inches, aantal 2; geef de lijnen rood/oranje zodat de halo naar buiten toe lichter oogt. Vergeet het stukje tussen de poten niet mee te kleuren.


Het contrasterende randspel maakt de silhouetteffecten van afstand leesbaar. Werk je op stof met reliëf, dan helpt een dime snap hoop borduurring de stof vlak te houden zodat die fijne lijnen niet ‘wegzakken’.
4.5 Rand van de zon verfijnen
- Selecteer de gele zonlaag.
- Zet Travel on Edge uit en schakel Underlay uit op deze laag.
- Resultaat: een iets onregelmatiger, ‘zinderende’ rand — passend bij een warme zon.
Checklist Stappen
- Flamingo vooraan; zon correct gepositioneerd
- Blobs getekend, vereenvoudigd, ripple toegepast en gespiegeld
- Florentine + spacing 0.42 op de flamingo
- Outline + 2 offsets (0.025 in) met roze/rood/oranje
- Gele zon: Travel on Edge uit, Underlay uit
5 Kwaliteitscontrole
5.1 Controle met Stitch Player
- Speel de sequentie af met Stitch Player om laagopbouw, oversteken en eventuele gaten te controleren.

- Let op dat de blauwe blobs vóór zon en flamingo komen indien ze als achtergrond bedoeld zijn.
Snelcheck
- Bouwt de zon van binnen naar buiten op (geel, oranje, rood)?
- Komt de flamingo na de zonlagen, en de outlines helemaal aan het einde?
- Zie je geen onnodige travel-steken over zichtbare vlakken?
5.2 Dichtheid en onderlagen
- In dit ontwerp zijn onderlagen op specifieke lagen uitgezet (rode zon en gele rand) om bulk te verminderen zonder zichtverlies.
- Raakvlakken: verwijder waar mogelijk overlappen, zodat tatami niet dubbel loopt.
Let op
- Te veel ‘raggedness’ aan de gele rand? Zet Travel on Edge tijdelijk aan en vergelijk; kies de versie die optisch het best mengt met de gradient erboven.
Wie veel herhaalt, bespaart tijd met een mighty hoop borduurring, vooral bij series: het herinspannen gaat sneller en gelijkmatiger, wat de steekconsistentie ten goede komt.
6 Resultaat & vervolg
6.1 Garens mappen en teststiksel
- Koppel elk object aan het juiste garen uit je doos. Schermkleuren wijken soms af van de realiteit; pas codes gerust aan tot het klopt met je fysieke spoelen.
- Maak notities van combinaties die goed werken (bijv. een net iets donkerdere blauwtoon voor meer contrast).

In het getoonde eindresultaat staat de flamingo strak voor de zon; de radialen in geel/oranje en de gradient in rood leveren samen een geloofwaardige overgang. De halos geven diepte. Eén observatie uit het stiksel: door een extra outline kreeg de flamingo ‘sokken’; dat is eenvoudig te corrigeren door die segmenten te verwijderen.
Wie met verschillende machines werkt, wil soms dezelfde opzet op een andere hoepelmaat overstappen. Dan is het handig als je gewend bent aan consistente plaatsingshulpen. Er zijn bijvoorbeeld borduurringen voor janome borduurmachine met duidelijke referenties, waardoor je snel opnieuw kunt positioneren als je de compositie schaalt.
7 Probleemoplossing
Probleem: gradient ziet er ‘vlak’ uit
- Mogelijke oorzaak: gradientrichting verkeerd om of minimale/maximale spacing te dicht bij elkaar.
- Oplossing: roteer de gradient totdat de fade van boven leesbaar is; vergroot het verschil tussen 0.3 en 0.4 tot je subtiele, maar zichtbare overgang hebt.
Probleem: te veel steekdichtheid rond overlappen
- Mogelijke oorzaak: overlappende tatami’s niet uitgeknipt; onderlagen nog actief.
- Oplossing: verwijder overlap, zet onderlaag uit waar dat kan (zoals bij de zonlagen in dit ontwerp).
Probleem: onregelmatige randen aan de gele zon
- Mogelijke oorzaak: Travel on Edge uit staat en je stof is erg los geweven.
- Oplossing: zet Travel on Edge aan; evalueer. Kies de versie met de mooiste rand t.o.v. je stof.
Probleem: outlines kruipen dicht of zakken weg
- Mogelijke oorzaak: stof zet uit of heeft reliëf; te weinig stabiliteit.
- Oplossing: extra stabilisatie en/of een magnetische borduurring gebruiken voor steviger, vlakker inspannen; overweeg iets grotere steeklengte voor de run-stitch contour.
Probleem: sequentie voelt inefficiënt, veel trimmen
- Mogelijke oorzaak: volgorde van objecten is niet logisch; te veel kleurwissels.
- Oplossing: herordeneer objecten (blobs → zon → flamingo → outlines), hergebruik kleuren en controleer met Stitch Player.
Bij seriewerk of lastige posities (borstlogo’s, mouwen) kan een hoopmaster inspanstation of klemraam je positionering versnellen en herhaalbaarheid vergroten.
8 Uit de reacties
Er is een positieve reactie geplaatst over het ontwerp en de demonstratie. Dit bevestigt dat de opbouw en uitleg intuïtief overkomen, maar bevat geen extra vragen of technische aanvullingen.
—
Bijlagen en referenties
- Instellingen zon (geel): stitch spacing 0.46; Radial Fill N=1, R-Radius=0.38.
- Instellingen zon (oranje): stitch spacing 0.36; R-Radius=0.48; R-Hole Radius=0.44.
- Instellingen zon (rood): gradient min 0.3, max 0.4; stitch spacing 0.28; underlay uit; gradient van boven.
- Flamingo: Florentine Effect aan; stitch spacing 0.42; auto-digitized tatami.
- Halo: Backstitch (roze) + offsets (0.025 inch, 2 stuks) in rood/oranje.
- Geel: Travel on Edge uit; Underlay uit.
Als je vaak wisselt tussen projecten en machines, helpt het om je werkwijze te standaardiseren. Zo kun je met magnetische borduurring of magnetische borduurringen steeds dezelfde druk/uitlijning benaderen, wat zich terugbetaalt in minder variatie tussen stiksels.
