Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Het doel is een unieke mandala te digitaliseren in Hatch Embroidery. We starten met een lijntekening, zetten één segment op als open vorm (Single Run) en vermeerderen dit via een cirkellay-out tot een volledige omtrek. Daarna converteren we de contour naar een vulling (stipple single run) met aangepaste dichtheid. Vervolgens ponsen we een centraal gat voor het symbool in het midden en optimaliseren we start- en stoppunten. Tot slot beginnen we aan de florale elementen en repliceren we deze radiaal.
Wanneer is deze aanpak ideaal?
- Als je ontwerp symmetrisch is rond een duidelijk middelpunt.
- Wanneer één goed gedigitaliseerd segment herhaalbaar is, zodat je tijd wint.
- Als je negatieve ruimte (een gat) wilt reserveren in een vulvlak.
Wanneer minder geschikt?
- Als het middelpunt niet exact te bepalen is (dan is uitlijnen lastiger).
- Bij tekeningen met willekeurige, niet-herhaalbare onderdelen.
Let op de workflow: eerst de basisvorm als open lijn, dan pas vermeerderen en naar vulling converteren. Dat voorkomt inconsistenties in hoek- en bochtgedrag van je lijnen.
2 Voorbereiding
2.1 Benodigdheden
- Hatch Embroidery geopend met toegang tot je werkruimte.
- Lijntekening van de mandala (bijv. PNG/JPG) om over te trekken.
- Basiskennis van links-/rechtsklikpunten in Hatch (links = scherp punt, rechts = rond punt).

2.2 Artwork importeren en garens kiezen
- Importeer het artwork via de artwork toolbox (links). Controleer of het centraal op het grid staat en goed schaalt.
- Open de thread docker en selecteer de garenkleuren voor deze sessie; je kunt later altijd wisselen.

Snelcheck
- Staat je artwork volledig zichtbaar in de werkruimte?
- Zie je je gekozen garens in de thread docker?
Checklist Voorbereiding
- Artwork geïmporteerd en correct gepositioneerd.
- Kleurenpalet gekozen in de thread docker.
- Basiskennis klikken (links/rechts) paraat.
3 Setup in Hatch Embroidery
3.1 Weergave en interface
Je kunt de dockers breder maken of sluiten voor meer zicht. Werk overzichtelijk: contextbalk boven, toolbars links, dockers rechts. Hoe minder visuele ruis, hoe preciezer je klikt.
3.2 Segmentstrategie bepalen
Markeer in gedachten een deel (zoals 1/8 van de buitenomtrek). Door één segment strak te digitaliseren, vermenigvuldig je consistentie en snelheid bij de replicatie.
Pro-tip
- Plan tijdens het tekenen waar je in- en uitstapt. Dat levert later minder draadbruggen op — en dus minder schoonmaak.
Checklist Setup
- Interface opgeruimd, zoom op comfortabel niveau.
- Segment gekozen als “basisdeel”.
- Start-/stoppuntstrategie ruw gepland.
4 Stappen in de praktijk
4.1 Artwork en garens
Gebruik de artwork toolbox om je tekening te plaatsen en de thread docker voor je kleuren. Dit vormt je visuele en technische startpunt.
4.2 Open vorm digitaliseren (Single Run)
Selecteer Digitize Open Shapes en stel het steektype in op Single Run, steeklengte 2,5 mm. Plaats punten langs het segment: linksklik voor scherpe hoeken, rechtsklik voor bochten. Tevreden? Druk op Enter om de steken te zetten.

Let op
- Onnauwkeurig geplaatste punten leiden tot rafelige lijnen. Corrigeer met Backspace vóór je Enter indrukt.

Verwacht resultaat
- Eén strak open segment dat het artwork nauwkeurig volgt, met uniforme steeklengte.
4.3 Radiaal repliceren met Circular Layout
Selecteer je segment en open de layouts toolbar. Kies Circular Layout en stel het aantal herhalingen in tot de cirkel sluit. De centrumpivot bepaalt de uitlijning; zoom desnoods ver in om exact te klikken.

Snelcheck
- Zijn alle segmenten gelijkmatig verdeeld en sluiten ze netjes aan?
- Ligt het middelpunt van de replicatie precies op het mandalamiddelpunt?
4.4 Van contour naar vulling
Als de omtrek staat, kun je (desgewenst) de herhaalde segmenten “weld”en tot één gesloten vorm. Zet vervolgens het object om van outline naar fill en kies Stipple Single Run. Verhoog de dichtheid voor een compacter patroon indien gewenst.


Pro-tip
- Door eerst te “weld”en voorkom je vullingsgaten of overlapfouten tussen segmenten.
Verwacht resultaat
- Een uniform gevuld buitenvlak met een compacte stipple-textuur.
4.5 Gat ponsen in de achtergrond
Verberg tijdelijke objecten, teken een gesloten cirkel over het middensymbool en maak vervolgens alle objecten weer zichtbaar. Gebruik Edit Objects > Remove Overlaps om een perfecte uitsparing te ponsen. Je kunt de stijl van de binnenste cirkel ook naar een andere vul kiezen voor contrast.


Let op
- Zorg dat de laagvolgorde klopt: het vulvlak moet bestaan voordat je overlappen verwijdert — anders gebeurt er niets of pons je in het verkeerde object.
Verwacht resultaat
- Een stevig buitenvlak met centrale uitsparing; twee verschillende vullingen voor subtiel contrast.
4.6 Start-/stoppunten optimaliseren
Activeer de Reshape-tool en versleep de groene vierkant (start) en rode kruis (stop). Plaats ze waar dit de draadbruggen minimaliseert en de logica van je steekvolgorde volgt.

Snelcheck
- Is de route kort en logisch zonder onnodige trims?
- Start je waar je later toch al moet zijn voor de volgende vorm?
4.7 Florale elementen digitaliseren en repliceren
Verberg het huidige stekenbeeld, toon het artwork opnieuw en digitaliseer één bloemblad of bloemsegment met Single Run. Werk vooruit en terug om thread breaks te voorkomen, druk Enter, controleer start-/stoppunten en gebruik opnieuw de Circular Layout voor de radiale herhaling. Groepeer de herhaalde objecten (Ctrl+G) zodat je kleuren of steektpypes later in één keer kunt wijzigen.





Checklist Stappen
- Segment als open vorm (2,5 mm) vrij van haperende punten.
- Radiale replicatie sluit exact, middelpunt correct.
- Omtrek naar vulling met gewenste dichtheid en textuur.
- Gat geponst via Remove Overlaps; laagvolgorde gecheckt.
- Start-/stoppunten geoptimaliseerd met Reshape.
- Één floraal element gedigitaliseerd en radiaal gerepliceerd; objecten gegroepeerd.
5 Kwaliteitscontrole
5.1 Lijnaansluiting en middelpunt
- De buitenomtrek mag geen zichtbare ‘sprong’ vertonen waar segmenten elkaar raken.
- Het middelpunt van de replicatie moet exact onder alle rotaties liggen. Zoom extreem in en controleer.
5.2 Vulgedrag en dichtheid
- De stipple-vulling is consistent dicht: geen kale plekken, geen ongewenste overlap.
- De tweede vulling (bij de uitsparing) vormt een zichtbaar maar harmonieus contrast.
5.3 Steekvolgorde en draadbruggen
- Start-/stoppunten voorkomen lange ‘jumps’ tussen delen.
- Binnen elk bloemsegment loopt de route vooruit en terug zonder onnodige trims.
Snelcheck
- Is de visuele textuur gelijkmatig?
- Is het middelpunt kaarsrecht en vormen alle rotaties een perfecte cirkel?
- Lopen de draadpaden logisch en kort?
6 Resultaat & vervolg
Na circa 20 minuten realtime werk (de video is versneld) staat een mandala met: een gevulde achtergrond (stipple), een geponst centrum en de eerste set florale outline-elementen die radiaal herhaald zijn. De kleuren zijn tussentijds nog aanpasbaar — handig als je later toch een andere balans wilt.
Verwacht eindbeeld van Deel 1
- Buitenomtrek gevuld en strak.
- Centraal gat exact in positie voor het middensymbool.
- Een ring van florale outlines gerepliceerd rond het centrum.
Vervolgstap (buiten scope van Deel 1)
- Verdere detaillering en afwerking in Deel 2 (niet in deze handleiding behandeld).
7 Probleemoplossing
Symptoom: Segmenten sluiten niet exact op elkaar aan
- Mogelijke oorzaak: Pivotpunt van de Circular Layout staat net naast het echte middelpunt.
- Oplossing: Zoom sterk in, herpositioneer het middelpunt en herhaal de replicatie.
Symptoom: Vulling vertoont gaten of onlogische draairichting
- Mogelijke oorzaak: Herhaalde objecten niet ‘geweld’ vóór het omzetten naar vulling.
- Oplossing: Weld de contour eerst tot een gesloten object; zet dan pas om naar fill.
Symptoom: Lange draadbruggen en veel trims
- Mogelijke oorzaak: Start-/stoppunten liggen onhandig ten opzichte van de volgende objecten.
- Oplossing: Gebruik Reshape om in-/uitgang te verplaatsen; test alternatieve posities.
Symptoom: Kartelige bochten of ‘hoekige’ bloembladen
- Mogelijke oorzaak: Te veel linksklikken bij bochten; verkeerde type punten.
- Oplossing: Gebruik rechtsklik voor bochten; verwijder foute punten met Backspace vóór Enter.
Symptoom: Gat niet zichtbaar na Remove Overlaps
- Mogelijke oorzaak: Onjuiste objectvolgorde of verkeerde selectie bij het ponsen.
- Oplossing: Controleer laagvolgorde; selecteer eerst het bovenliggende object (cirkel), dan het vulobject; pas opnieuw Remove Overlaps toe.
Let op
- De softwareversie wordt niet gespecificeerd; bedieningsnamen zijn conform de interface in de demonstratie en kunnen per versie licht afwijken.
—
Pro-tip: workflow en hardware vooruitdenken Hoewel je in dit stadium in software werkt, loont het om het latere inspannen en borduren alvast mee te nemen in je beslissingen. Als je bijvoorbeeld op dikke of meerlagige materialen werkt, kan je start-/stopstrategie profiteerden van minder verplaatsingen omdat het materiaal trager draait. En wie vaak tubular werkt, kan een route plannen die de minste kans geeft op aanraking met klemmen of magneten.
In dat kader kan het zinvol zijn om nu al te bedenken of je later met magnetische borduurringen wilt werken, omdat die doorgaans minder vervorming geven tijdens het borduren en dus een iets strakkere steeklogica belonen.
Soms helpt een compact veld om stabiliteit te behouden, zeker wanneer je een kleinere magneetoplossing overweegt zoals een mighty hoop 5.5; een geconcentreerde steekdichtheid kan dan de randspanning beter verdelen.
Werk je vaak seriematig en wil je later constante plaatsing, dan is het handig je segmentvolgorde zo te plannen dat je ontwerp logisch blijft wanneer je met een hoop master inspanstation of gelijkaardig hulpmiddel werkt.
Wie een relatief kleine thuismachine gebruikt, kan nú al rekening houden met de effectieve veldgrootte van zijn ringen; een mandala die netjes binnen het veld van een borduurring voor brother past, voorkomt later herplaatsen of opsplitsen.
Borduur je op stijve dragers of stoffen die je minder wilt inspannen, dan kan een magnetisch borduurraam voor borduurmachine later uitkomst bieden; beperk in je digitale ontwerp dan overbodige sprongen zodat de stof zo min mogelijk verschuift.
Werk je in een atelier met verschillende merken, plan je kleuren en volgorde dan generiek; zo blijft je bestand werkbaar, ook als je bijvoorbeeld eens uitwijkt naar een magnetische borduurring voor bernina met een iets andere klem- of magneetopbouw.
Tot slot: denk aan schaalbaarheid. Als je het bestand groter of kleiner wil borduren, helpt een economie van punten en sprongen altijd — dat werkt prettig op zowel klassieke ringen als op mighty hoops magnetische borduurringen.
