Table of Contents
Video bekijken: ‘MALVAROSA How To Embroider Your Knit Projects’ door ExpressionFiberArts
Een simpele trui, een paar steken borduurwerk – en plots voelt je breisel alsof het uit een boetiek komt. Borduren op breiwerk is speels, verrassend eenvoudig en het geeft je knits een persoonlijke touch die je niet koopt, maar maakt.
Wat je gaat leren
- Hoe je je ontwerp veilig voorbereidt (markeren en spanningscontrole)
 
- Vijf steken stap-voor-stap: Franse knoop, Lazy Daisy, steelsteek, satijnsteek en blaadjes
 
- Praktische workflowtips specifiek voor gebreide stof (zonder hoop/ring)
 
- Waar je borduurt op de Malvarosa-trui en hoe je creatief varieert
 
Waarom borduren op breiwerk zo goed werkt De Malvarosa-trui – een DK-gewicht ontwerp met pofmouwen en een cosy ronde hals – heeft vooral tricotsteek in de body. Dat betekent een vlak, vriendelijk canvas voor borduursteken. Je kunt subtiel langs de schouderpas werken of uitpakken met bloemen langs mouw en zoom. Er zijn geen harde regels: je laat je creativiteit bepalen waar de aandacht naartoe mag.
De presentatrice benadrukt: zelfs de meest eenvoudige knit krijgt die ‘wow’-factor met een darning needle en wat borduurdraad. Je hoeft je idee niet te overdenken; begin met kleine motieven, kijk hoe de steken op je garen reageren, en bouw uit.
Essentiële tips voor borduren op breiwerk Als je liever niet ‘op gevoel’ tekent, schets je motief dan eerst met een wateroplosbare marker. Test die marker altijd op een proeflapje om zeker te zijn dat hij echt verdwijnt.

Let op je draadspanning. Trek niet strak; te veel spanning rimpelt je steken en verstoort de mooie val van je breiwerk. Houd de draad steeds losjes – je borduurwerk ligt dan elegant op de stof in plaats van eraan te trekken.

Materiaalkeuze is vrij. In de tutorial wordt Cash Silk Sock gebruikt, maar je kunt ook regulier borduurgaren of zijdedraad gebruiken. Elk materiaal heeft zijn eigen glans en body; kies wat past bij het effect dat je zoekt. Als kleurinspiratie uit de community werden bijvoorbeeld DMC 225, 501, 503, 504, 613, 819, 3046 en Ecru genoemd.

Snel check
- Marker getest op een swatch?
 
- Borduurdraad blijft losjes?
 
- Je plan (of schets) ligt klaar?
 
Let op Gebruik geen borduurring/hoop op gebreide stof. Een hoop kan je breisel uitrekken, en dat is onnodig: je werkt immers met losse spanning, zonder te ‘vastspannen’.
Pro tip Block je trui vóór je begint met borduren. Na het borduren kun je het stuk vaak niet meer volledig stretchen; vooraf blocken geeft je een stabiele basis.
Stap-voor-stap: de steken Starten met een stevige beginknoop Voor een zekere start maak je een compacte knoop aan de achterkant van je werk. Rijg je draad door de stopnaald en leg het lange uiteinde naast de naald. Wikkel de draad 6 à 7 keer losjes om de naald en schuif de windingen naar het uiteinde: zo ontstaat een stevige ‘chunky knot’ die niet door je breiwerk trekt.

Deze knoop is praktisch omdat je meteen vrij kunt werken zonder dat eindjes losschieten. Houd het wel bescheiden: je wilt geen voelbare bobbel precies waar de huid wrijft.

Franse knoopjes voor bloemhartjes Een Franse knoop geeft een mooi, korrelig hart aan je bloem. Breng je naald van achter naar voren omhoog – niet via het open gaatje tussen de steken, maar ín de draad van de steek zelf. Dat verankert het begin stevig.

Wikkel de draad twee keer om je naald, houd lichte spanning, en steek de naald terug vlak naast het punt waar je omhoogkwam. Laat op het einde de spanning los: de knoop nestelt zich netjes. Herhaal voor een cluster als bloemhart.

Let op Te strak aantrekken is de nummer-1 reden dat breiwerk gaat rimpelen bij borduren. Houd het luchtig; de knoop vormt zich vanzelf als je de spanning aan het eind loslaat.
Lazy Daisy-petalen Na het hartje werk je de bloemblaadjes. Kom naast het hart omhoog en ga vrijwel direct terug naar beneden op (ongeveer) hetzelfde punt – maar trek de draad níet helemaal door: je vormt een lus.

Breng de naald omhoog op de plek waar de top van je blaadje moet komen, binnen de lus. Ga dan net buiten de lus weer naar beneden: zo ‘vergrendel’ je het blaadje in zijn vorm. Werk rondom zoveel blaadjes als je wilt.

Snel check
- Zijn je lusjes gelijkmatig en niet te strak?
 
- Zit de vergrendelsteek net buiten de lus zodat de blaadjes luchtig blijven?
 
Details toevoegen: stelen, vullingen en blaadjes Steelsteek (stem stitch) Voor nette, doorlopende lijnen werk je rond kolommen van rechte steken. Kom omhoog waar je steel start en houd je werkdraad onder de naald. Steek twee volledige steken verder naar beneden in, en kom vervolgens één steek terug omhoog (backtrack). Trek door en herhaal: twee vooruit, één terug omhoog. Zo ontstaat een koordachtig, natuurlijk lijntje – perfect voor stelen of slingerende ranken.

Omdat je kunt sturen in bochten en lusjes, leent steelsteek zich goed voor organische vormen. Werk rustig en houd je steken consistent voor een mooie flow.

Satijnsteek (satin stitch) voor vulvlakken Satijnsteek is vullen door parallelle lijnen: naald aan de ene kant naar beneden, dicht aan de overkant weer omhoog, naast elkaar, net zolang tot het vlak gevuld is. Je kunt cirkels, rechthoeken of organische vormen vullen. Kies zelf hoe dicht je het maakt voor een licht doorschijnend of juist vol dekkend effect.

Tip: vul van buiten naar binnen of omgekeerd – wat voor jouw hand logischer is – en let erop dat je draden naast elkaar landen zonder te kruisen.

Blaadjes borduren Blaadjes bouw je op rond een centrale ‘nerf’. Begin in het midden en steek diagonaal naar één kant. Kom terug in het midden en ga diagonaal naar de andere kant. Herhaal dit ritme en werk naar de punt toe – zo groeit de vorm vanzelf.

Als finishing touch kun je een korte, rechte steek door het midden zetten als hoofdnerf. Houd het losjes en ‘organisch’; in de natuur is geen blad helemaal symmetrisch, en juist dat maakt het levendig.

Pro tip Varieer de steeklengte per bladhelft subtiel. Kleinere steken richting de top geven elegantie, langere steken aan de basis geven body.
Creativiteit de vrije loop laten De video benadrukt dat er geen regels zijn. Borduur rond de hals, langs de schouderpas, op de mouwen of bij de zoom – alles kan. Je kunt de voorgedane bloemen letterlijk volgen of eigen motieven kiezen. Online vind je eindeloos veel inspiratie; kies een paar vormen en combineer.
Uit de reacties
- Vragen over naalden en materialen komen vaak terug. Voor borduren op knit kun je een stopnaald gebruiken, maar een borduurnaald is ook prima. Het belangrijkste is dat je draad soepel door de stof glijdt.
 
- Meerdere makers raden aan om vóór het borduren te blocken. Na het borduren kun je niet altijd meer ‘voluit’ rekken; voorkom verrassing door eerst te vormen.
 
- Kleurvastheid: sommige borduurgarens (zoals bepaalde roden) kunnen afgeven. Overweeg je floss vooraf zacht met de hand te wassen.
 
- Plaatsing: het patroon bevat fotostappen van steken; waar je ze precies zet, is aan jou. Dat geeft vrijheid maar vraagt ook lef – begin klein, groei vanuit succes.
 
Let op Wil je het kledingstuk tegen de huid supercomfortabel houden, maak de startknoop dan niet te groot of hecht alternatiever af met een langer draadeinde dat je instopt tussen steken. Zo voorkom je een voelbare ‘bobbel’ aan de binnenkant.
Aan de slag met jouw project De Malvarosa-trui is gebreid in DK-garen en vormt dankzij de tricotsteek een ideaal canvas. Borduurmateriaal is flexibel: restjes DK of worsted, borduurgaren of zijde – allemaal bruikbaar. Houd bij alles de sleutelprincipes aan: losjes werken, verankeren in de vezel bij het begin, en geen hoop gebruiken.
Workflowvoorbeeld 1) Block je trui. 2) Markeer je bloemlijnen spaarzaam met wateroplosbare marker (en test die eerst). 3) Borduur eerst de bloemhartjes met Franse knoopjes; die vormen je ankerpunten. 4) Werk Lazy Daisy-blaadjes rondom. 5) Teken stelen met steelsteek; laat ze speels meanderen. 6) Vul accenten met satijnsteek en voeg tot slot blaadjes toe.
Kwesties van spanning en verankering Start je eerste steek door een vezel (dus door de draad van de breisteek) omhoog te komen. Dat verankert. Later kun je best door de ‘gaatjes’ werken, omdat je draad al geborgd is. Trek nooit hard: gebreide stof ‘geeft’ mee en reageert op spanning.
Snel check
- Beginknoop stevig, maar niet volumineus?
 
- Draadspanning luchtig?
 
- Stelen gelijkmatig in lengte en ritme?
 
- Vlakken in satijnsteek zonder kruisen, netjes naast elkaar?
 
Materialen in beeld In de tutorial wordt Cash Silk Sock gebruikt voor de steken-demo. Uit de community: restjes DK of worsted werken ook prima; als je met borduurgaren werkt, kies kleuren die mooi contrasteren met je breiwerk. Voor een zachte, natuurlijke look zijn gedempte groenen en poederroze populair, zoals de genoemde DMC-tinten.
Inspiratie: voorbij de pas De yoke is klassiek voor bloemranken, maar bedenk ook langs de mouwnaad, aan de zijkant van het lijf, of asymmetrisch rondom de zoom. Bloemenslingers hoeven niet symmetrisch te zijn; speelse afwisseling maakt je trui eigen.
Pro tip Leg je trui plat neer en schik losse garentjes als ‘mockup’ van je rank. Een foto met je telefoon helpt om snel te beoordelen waar je nog aanpast vóór je markeert of stikt.
Als je met machineborduren werkt Deze tutorial gaat over handborduren, maar misschien heb je ook een borduurmachine in je atelier. Zie de volgende termen als optioneel naslagpunt, niet als vereiste. Sommige makers werken met magnetische frames of speciale ringen voor machineborduren; op gebreide stof blijft losse spanning belangrijk en test je altijd eerst op een proeflapje. Zo zijn er systemen zoals magnetisch borduurring, specifieke frames voor merken (bijv. bernina magnetisch borduurring of baby lock magnetisch borduurringen), universele oplossingen als mighty hoops, en grotere, zwaardere opties zoals snap hoop monster. Werk je industrieel, dan bestaan er ook merkspecifieke dragers zoals tajima frames of merkonafhankelijke varianten voor brede inzet. Gebruik ze alleen wanneer je weet dat je breisel niet uitrekt in de klem; anders blijf je bij handborduren of stabiliseer je met een test.
Troubleshooting
- Rimpels in de stof: check je spanning; werk losser en borg zo min mogelijk ‘trekkend’.
 
- Knoopjes die wegzakken: wikkel je Franse knoop consequent twee keer en houd lichte spanning tot vlak voor je loslaat.
 
- Ongelijke steel: verkort of verleng je ‘sprong’ consistent (in de video: twee steken vooruit, één terug omhoog werkt rustig en ritmisch).
 
- Satijnsteek met gaatjes: vul dichter en breng de steken echt naast elkaar, of werk kruislings een tweede laag als textuureffect.
 
Afhechten en binnenzijde Werk de uiteinden kruisend onder bestaande steken door aan de binnenkant van je breiwerk. Ontwijk grote knopen waar het kledingstuk de huid raakt. Bevestig uiteinden door enkele steken te ‘weven’ tussen purl-lussen: dat geeft frictie zonder bulk.
Uit de reacties – extra inzichten
- Dikte van de borduurdraad: ga iets dunner dan de stof waar je op stikt voor een elegante lijn.
 
- Groot motief op een deken? Teken het ontwerp gewoon groter; de techniek blijft hetzelfde.
 
- Linkshandig? Zoek specifieke linkshandige video’s voor oriëntatie; de steeklogica blijft identiek.
 
Samenvatting van de steken
- Chunky startknoop: 6–7 windingen om de naald, vormt een zekere basis.
 
- Franse knoop: 2 windingen, verankeren door de vezel, lichte spanning.
 
- Lazy Daisy: lus vormen en vergrendelen met een kleine steek net buiten de lus.
 
- Steelsteek: twee steken vooruit, één steek terug omhoog; draad onder de naald houden.
 
- Satijnsteek: parallelle lijnen vullen de vorm, dichtheid naar smaak.
 
- Blaadjes: diagonaal vanuit het midden afwisselen en eventueel een centrale nerf.
 
Tot slot Borduren op breiwerk is vrij, vergevingsgezind en heerlijk verslavend. Begin klein, geniet van de textuur en laat je Malvarosa of een ander knitproject tot leven komen. En vergeet niet: test je marker, houd je draad losjes – en have fun.
