Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
DRAWinGS XI is bedoeld voor wie efficiënt wil digitaliseren zonder kwaliteit los te laten. De kracht zit in drie pijlers:
- Creatie: van foto naar PaintStitch, automatische bloemvullingen en Redwork-conversies.
- Precisie: knooppuntbewerking, objecten samenvoegen, kleurbeheer, richting van steken, en geavanceerde tekst.
- Optimalisatie: Ambience Quilting, vullingen naar center line, arrays/contour, parameter-tuning en multi-hooping.
De workflow werkt voor zowel kleine labels als grotere composities die je over meerdere inspanningen verdeelt. Of je nu borduurt in een traditioneel frame of liever werkt met magnetische borduurringen, de software biedt ‘Center to Hoop’ en ondersteuning voor grotere projecten via multi-hooping.
Snelcheck
- Wil je een foto als borduurwerk? → Kies PaintStitch.
- Wil je snelle omtrek-stijlposters? → Converteer naar Redwork.
- Moet je achtergrondvulling toevoegen zonder het hoofdobject aan te passen? → Ambience Quilting.
- Te veel steken in een gebied? → Convert fill to center line.

2 Voorbereiding
Voor je begint, zorg dat je het volgende klaar hebt:
- Bestanden: foto’s (JPG, PNG) en vectoren (bijv. SVG, AI).
- Software: DRAWinGS XI is geïnstalleerd (verplicht om de functies te gebruiken).
- Materiaalreferentie: stof en garen (de video specificeert geen exacte merken of stoffen; test op een proeflapje).
Let op
- De video geeft geen merkspecifieke machine-instellingen of spanningen. Werktijden en waarden in deze gids zijn afkomstig uit de interfaceweergaven in de demonstratie, maar niet elke instelling is numeriek gespecificeerd in beeld.
Als je al met een specifieke ring werkt, bijvoorbeeld een dime snap hoop borduurring, dan verandert er in de software niets: plaatsing en splitsen doe je virtueel, het inspannen is pas aan de machine.
Checklist voorbereiding
- Bronbeeld gekozen en opgeschoond (contrast en uitsnede in beeldeditor naar wens).
- Vectoren flatten/schoon (geen dubbele paden) als je ze wilt tracen.
- Referentielijst van gewenste kleuren (optioneel, je kunt de kleurwieloptie gebruiken).
3 Setup
3.1 Document en kleurbeheer
Start een nieuw ontwerp en stel basiskleuren in via het kleurwiel. Dit helpt om later sneller te beoordelen hoe overgangen uitpakken. In de demonstratie wordt bijvoorbeeld de Madera Classic-paletnaam getoond voor PaintStitch, maar welke garen je gebruikt bepaal je zelf.
Pro-tip Kies eerst visuele kleurfamilies (donker, midden, licht) en pas daarna dichtheid. Zo voorkom je dat je dichtheid compenseert voor een onhandige kleurkeuze.
3.2 Werkvlakken en hulpfuncties
Zet de ‘Center to Hoop’-functie klaar in je workflow. Deze zorgt dat het ontwerp keurig in het midden van het gekozen borduurgebied staat. Dit voorkomt schuiven in de laatste minuut. Werk je met een borduurring voor brother, met een klassiek schroefraam of iets magnetisch: de software-handeling blijft hetzelfde.
Snelcheck
- Kleurwiel getest op 2–3 objecten.
- Center to Hoop vindbaar in je menu of toolbar.
- Stikrichting-tool zichtbaar (voor later gebruik).

4 Stappen in de praktijk
4.1 Foto → PaintStitch
- Laad je foto als PaintStitch en kies instellingen voor palet, dichtheid, smoothness, blending en contrast. In de video zie je o.a. resolutie/afmetingen en een blending-voorbeeld.
- Resultaat: een geborduurd “schilderij” met toonovergangen in steken.
Verwacht resultaat Het beeld toont een realistische stikstructuur; je ziet draadovergangen zonder harde randen. Test een klein deel op stof voordat je volle grootte gaat.

4.2 Gebogen steken en Redwork
- Teken vormen met gebogen steken (bijv. satijnsegmenten) voor organische flow.
- Converteer een ontwerp naar Redwork om strakke, enkele lijnen te krijgen. Ideaal voor contourachtige illustraties.
Let op Redwork reduceert het stekenvolume, maar vraagt goede start/eindpunten. Check de volgorde zodat je geen onnodige sprongen krijgt.

4.3 Kleurverlopen met blended threads
- Pas een gradient fill toe en beïnvloed onderlaag en blending. De demonstratie toont o.a. een onderlaagpercentage en hoe een vloeiende overgang ontstaat.
- Gebruik het kleurwiel om naburige kleuren te kiezen, zodat de overgang subtiel blijft.
Beslisboom
- Wil je zacht verloop → kies smallere kleurstappen en controleer dichtheid.
- Wil je contrastrijk verloop → vergroot kleurverschil en overweeg hogere blending.

4.4 Automatische bloemvulling
- Selecteer een object (bijv. een letter) en open de Floral Library.
- Kies een patroon en vul het object automatisch.
Snelcheck
- Grenzen van je object zijn gesloten.
- Het patroon vult zichtbaar en gelijkmatig.

4.5 Ambience Quilting
- Selecteer je ontwerp en kies Ambience Quilting voor een omlijstend stikpatroon (Echo, Scroll, Stippling) met aanpasbare dichtheid/offset.
- Dit voegt een decoratieve achtergrond toe zonder je hoofdobject te wijzigen.
Pro-tip Test per type quilteffect op een mini-swatch. Met een setup voor meervoudig inspannen bij machineborduren kun je grotere quilts opdelen en toch een doorlopend ritme behouden.

4.6 Convert fill to center line
- Selecteer een gevulde vorm en zet deze om naar een centrumlijn. Handig om stekenaantallen te drukken of een strakke lijnstijl te maken.
Let op Dunne details profiteren het meest; te brede vlakken verliezen vullingseffect en kunnen “leeg” ogen.

4.7 Objecten tekenen, dupliceren en ‘weld’
- Teken basisvormen (bijv. ellips), dupliceer/verschuif en gebruik Weld om ze tot één object te smelten.
- Hiermee bouw je snel nieuwe silhouetten uit simpele vormen.
Snelcheck
- Overlappende delen zijn echt één object na Weld (controleer randen op breuken).

4.8 Kleur kiezen en stikrichting bepalen
- Wijs kleuren toe via het kleurwiel.
- Definieer met de Stitch Flow-tool de richting. Dit beïnvloedt glans en spanning.
Pro-tip Richt satijnsteken zo dat ze licht vangen in de zichtlijn van het kledingstuk; dit verhoogt de leesbaarheid.

4.9 Transformeren en digitaliseren
- Schaal, roteer of schuif je ontwerp; voeg vervolgens met de Digitizing Tool nieuwe vormen of lijnen toe.
- Gebruik vloeiende bochten voor elegante randen.
Beslisboom
- Na schalen: controleer dichtheid en lengte – schaalfactoren veranderen het stekenvolume niet automatisch naar wens.

4.10 Knooppunten en centreren in de ring
- Werk met Node/Shape Editor om ankernodes, paden en bochten te verfijnen.
- Plaats je ontwerp automatisch in het midden met Center to Hoop.
Let op Centreren is een softwarestap; het fysieke inspannen blijft kritisch. Of je nu een klassiek frame of mighty hoop borduurringen voor brother gebruikt, de softwarepositie moet overeenkomen met je reële ring.

4.11 Vector/beeld naar borduurwerk met Auto Tracer
- Laad een vector of rasterafbeelding en traceer automatisch. Stel ‘Accuracy’ en ‘Color Limit’ in om ruis te temperen.
- Resultaat: een steekobjecten-set, klaar voor finetuning.
Snelcheck
- Zijn kleine kleurvlakken echt nodig? Minder kleuren = minder trimmen/sprongen.

4.12 Monogrammen en Knife Cut
- Maak een monogram met keuze voor lettertype, formaat en kant-en-klare frames.
- Gebruik Knife Cut om objecten precies te splitsen (bijv. voor kleurwissels of overlay-techniek).
Pro-tip Splits een object waar richting- of dichtheidswissel esthetisch logisch is; zo voorkom je zichtbare naadjes op ongewenste plekken.

4.13 Tekst op paden, uitlijning en envelopes
- Voeg tekst toe, kies fonts en plaats tekst op rechte of gebogen paden.
- Pas alignment en offset aan; gebruik envelopes voor golf-, boog- of andere vervormingen.
Let op Let op letterdikte ten opzichte van de minimale satijnbreedte; te smal geeft draadbreukrisico.

4.14 Arrays, contour en vullen met patronen
- Bouw herhalingen met Rectangular of Circular Array en stel start/step-hoeken in.
- Gebruik de Contour-tool met gelijke of ongelijke stappen.
- Vul vormen met arrays voor textuur en ritme.
Beslisboom
- Radiale symmetrie nodig → Circular Array.
- Raster/tegels nodig → Rectangular Array.

4.15 Kristallen/strass (visueel ontwerp)
- Voeg kristalpatronen toe door celgrootte en offset te kiezen; zo ontwerp je een visuele “steenset”. De video toont dit als ontwerpfunctie (geen machineplaatsing).
Let op Het is een ontwerpweergave; de daadwerkelijke steentoepassing doe je buiten de borduurmachine.
4.16 Appliqué en realistische export
- Kies appliqué-stijlen, spiegel waar nodig, en exporteer een realistische preview (bijv. PNG) voor klantpresentatie of archief.
Snelcheck
- Applicatieranden zijn consistent; export toont de steekrichting en glans geloofwaardig.
4.17 Steekparameters en 3D-underlay
- Stel patroon, dichtheid, lengte, compensatie en onderlaagtypes in. Voeg 3D-underlay toe voor extra reliëf.
Pro-tip Gebruik 3D alleen waar je reliëf wenst, zoals kleine emblemen; voor grote vlakken kan het te stijf worden.
4.18 Multi-hooping en richtingen/divides
- Splits grote ontwerpen over meerdere ringen met Multi-hooping. Je kunt hoeken/posities instellen.
- Voeg Directions/Divides toe in satijn/piping-objecten voor vloeiend stikverloop.
Context Werk je met een magnetisch systeem (zoals magnetische borduurringen voor brother of mighty hoops magnetische borduurringen), dan verandert de softwarestap niet: je bepaalt virtueel de segmenten; het fysieke omspannen doe je aan de machine.
5 Kwaliteitscontrole
- Visueel: randen moeten glad zijn na node-edit; geen rafelige hoekpunten.
- Steekverloop: richting volgt de vormlogica (geen abrupte glansbreuken).
- Dichtheid: geen “karton” (te dicht) of zichtbare stof (te los) tenzij bedoeld.
- Redwork: doorlopende lijn met minimale trims.
- Arrays/contour: regelmatige herhaling zonder overlapfouten.
- Center to Hoop: ontwerp staat exact waar je verwacht in het virtuele raam.
Snelcheck
- Zoom op 200–300% in de preview: zien randen er nog strak uit?
- Simuleer een kleurenvolgorde: kloppen de volg- en startpunten?
6 Resultaat & vervolg
Wat je krijgt, is een borduurklaar ontwerp met duidelijke, door DRAWinGS XI gegenereerde steekopbouw. De video laat voorbeelden zien van PaintStitch-foto’s, Redwork, Ambience Quilting-achtergronden, monogrammen, tekstvervorming en multi-hooping-voorbereiding. Exporteer een realistische preview om met stakeholders af te stemmen voordat je op stof gaat.
Als je verschillende ringtypes gebruikt, zoals een mighty hoop 8x9 of klassiek schroefraam, maak dan per ringmaat een aparte multi-hooping-planning. Voor textiel dat lastig in te spannen is, kan een magnetische optie of klemframe handig zijn, maar de video specificeert geen hardware—de digitale voorbereiding blijft identiek.
7 Probleemoplossing
Symptoom → Mogelijke oorzaak → Actie
- Verlies van detail in PaintStitch → Blending/contrast niet passend → Speel met blending en palet; test op kleiner formaat.
- Te veel steken in vulling → Dichtheid te hoog → Verhoog steeklengte of converteer delen naar center line.
- Onrustige glans op satijn → Richting niet logisch → Leg nieuwe richtingslijnen; gebruik divides om segmenten te scheiden.
- Ratelende achtergrond bij Ambience → Dichtheid/offset mismatch → Verlaag dichtheid of vergroot offset; test type (Echo/Scroll/Stippling).
- Onverwachte gaten na samenvoegen → Weld niet toegepast → Controleer en voer Weld opnieuw uit voordat je contour/array toepast.
- Veel trims bij Redwork → Volgorde ongunstig → Herordenen van segmenten, optimaliseer start/eindpunten.
- Verspringende delen tussen hoopings → Slechte uitlijning fysiek → Markeer referentiepunten; gebruik Center to Hoop en fysieke referenties consistent.
Let op De video noemt geen machinespanning of naalddikte. Los spanningsproblemen op met proeflapjes: verander één variabele per keer. Dit is extra belangrijk als je afwisselt tussen klassiek en magnetisch inspannen, zoals bij magnetische borduurring.
Pro-tip Werk in versies: V1 (ruwe trace), V2 (node cleanup), V3 (kleur en richtingen), V4 (parameters), V5 (multi-hooping). Zo kun je altijd terug.
Uit de reacties De bijbehorende reacties bevatten geen aanvullende vragen of tips in de aangeleverde data. Gebruik daarom de Snelchecks in dit artikel als referentie tijdens je werk.
Checklists samengevat
Voorbereiding
- Bronbestanden klaar; basiskleuren bedacht.
- DRAWinGS XI geïnstalleerd en getest.
- Proeflapjes voor teststiksels.
Setup
- Kleurwiel ingesteld op voorbeeldobjecten.
- Center to Hoop vindbaar en getest.
- Stitch Flow-tool klaar voor gebruik.
Stappen
- PaintStitch: blending/contrast gecontroleerd.
- Redwork: segmentvolgorde gecontroleerd.
- Ambience: type en dichtheid/offset getest.
- Arrays/contour: herhaling zonder overlapfouten.
- Multi-hooping: segmenten logisch gesplitst.
Tot slot Welke ring of techniek je ook gebruikt—klassiek, klem of magnetisch, bijvoorbeeld dime borduurring of magnetische borduurring voor brother—het succes begint bij een doordachte digitale voorbereiding in DRAWinGS XI. De tools in deze gids helpen je om die voorbereiding reproduceerbaar en efficiënt te maken.
