Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
ITH-patchwork is ideaal wanneer je strakke, herhaalbare blokken wilt zonder veel snij- en meetwerk aan de naaimachine. We piecen kleine blokken direct in de borduurring met een tijdelijke lijm, stikken ze aan elkaar tot randen, quilten het middenpaneel met aaneensluitende blokken en plaatsen daarna een afbeelding naar keuze (in het voorbeeld een Franse Bulldog). Tot slot voegen we een fleece achterkant en bies toe.
Wanneer kies je deze aanpak?
- Als je nauwkeurige blokken en perfecte uitlijning zoekt zonder ingewikkelde traditionele patchworktechnieken.
- Als je de borduurmachine wilt gebruiken voor zowel quilten als applicatie-achtige opbouw.
- Als je een gestroomlijnde workflow wilt: eerst blokken, dan borders, dan afwerking.
Niet ideaal wanneer:
- Je project extreem dikke materialen vereist waarvan in het filmpje geen voorbeelden gegeven zijn.
- Je met exacte machine-instellingen (snelheid, spanning) wilt werken: deze zijn in de bron niet gespecificeerd.
Let op dat je uitlijning centraal staat in dit project. Als je al een magnetische borduurring gebruikt, helpt dat om stoflagen vlak en stabiel te houden tijdens het stikken.
2 Voorbereiding: materialen, bestanden en werkplek
Benodigdheden (volgens de demonstratie):
- Machines: borduurmachine; naaimachine voor het aan elkaar zetten van blokken en het aanzetten van de bies.
- Tools: schaar, liniaal/quiltliniaal, krijt/marker, rolmes, strijkijzer.
- Versteviging en lagen: stabilizer, dunne quilters batting, wateroplosbaar vilene (voor het quilten van de randen), 505-spray.
- Materialen: lapjes stof (voor ITH-blokken), stof voor het middenpaneel, fleece voor de achterkant, stroken voor bies.
- Bestanden: patchworkbestand (blok-outline), quiltbestand (achtergrondpatroon), afbeelding/‘picture’ bestand.
Over maten en breedtes die in de bron genoemd worden:
- Lapjes voor ITH-blokken: 4 inch (voor elk blok drie stukjes).
- Naadtoeslag voor het samenstikken van blokken en borders: 1/4 inch.
- Bies: gesneden op 2.75 inch en dubbelgevouwen.
Snelcheck
- Heb je sjablonen geprint voor zowel het quiltblok als de afbeelding?
- Is je werkvlak schoon en vlak, en zijn krijtmarkeringen goed zichtbaar?
- Ligt je 505-spray klaar, en testte je die vooraf op een restlapje?
Pro-tip
- Wie vaak inzet, profiteert van een hoopmaster inspanstation om steeds dezelfde positie te herhalen, vooral bij series van identieke blokken.
Checklist voorbereiding
- Bestanden geprint (quilt en afbeelding) en geknipt.
- Stof en fleece voorgestreken.
- Stabilizer, batting, vilene op maat aanwezig.
- 505-spray en gemarkeerd midden op stof klaar.
3 Setup: inzetten, markeren en uitlijnen
3.1 Outline en trim-gids voorbereiden
Start met het patchworkbestand: de eerste stap stikt een outline die later je trim-gids is. Zo heb je meteen een kader voor het eerste lapje.

Let op
- Laat de outline volledig stikken en controleer of de hoeken duidelijk zijn; dit bepaalt straks je nette randen.
3.2 Eerste lapje met lijmspray plaatsen
Spray een dunne laag 505 op het lapje en plaats het iets groter dan de outline (ongeveer 1/4 inch marge). Stik het vast en trim het overschot langs de gestikte lijn.



Snelcheck
- Bedekt het lapje de outline overal? Is de hechting vlak, zonder rimpels?
In plaats van traditionele ringen kun je voor strak en vlak inzetten ook denken aan een magnetisch borduurraam, zeker bij zwaardere stoffen of grotere hoepels.
3.3 Tweede en derde lapje: vouwen, tack-down, trimmen
Leg het tweede lapje met goede kanten op elkaar tegen de rand van het eerste lapje en stik. Vouw om, fixeer met een beetje spray, stik de tack-down en trim. Herhaal voor het derde lapje.


Pro-tip
- Werk met minimale spray: net genoeg om te fixeren. Te veel lijm maakt trimmen kleverig en onzuiver.
Checklist setup
- Outline zichtbaar en onbeschadigd.
- Lapje 1 netjes getrimd; lapje 2 en 3 vlak omgeslagen en vastgezet.
- Randen overal vlak zonder bultjes of rimpels.
4 Stappen in de praktijk
4.1 ITH-blokken herhalen en variëren
Herhaal de blokopbouw tot je voldoende blokken hebt voor je placematontwerp. Maak bijvoorbeeld zes blokken op een rij, of twee rijen boven en twee onder, afhankelijk van de gewenste look.


Let op
- Houd je 1/4 inch naadtoeslag consequent wanneer je blokken aan elkaar stikt; inconsistentie levert scheve stroken op.
Wie merkt dat traditionele ringen schuiven op gladde stoffen, kan voordeel hebben van magnetische borduurringen die de lagen gelijkmatig klemmen.
4.2 Middenpaneel voorbereiden met sjabloon en markeringen
Print het sjabloon van je quiltmotief, meet het en teken een raster met middenlijnen op je stof. Markeer het midden op elke zijde en in het hart van elk blok. Zo kun je blok voor blok exact positioneren.

Snelcheck
- Zijn alle kruisjes en middenlijnen scherp te zien? Zijn maat en oriëntatie correct volgens het sjabloon?
Een eenvoudige lijnrechte plaatsing wordt nog makkelijker als je referentie kruislijnen op de hoepel zelf hebt; sommige gebruikers zweren daarbij in combinatie met een dime borduurring voor precieze herhaaluitlijning.
4.3 Hooping: stabilizer, batting en stof
Hoepel eerst een laag stabilizer, daarboven dunne quilters batting en als toplaag je stof. Fixeer licht met 505-spray. Lijn vervolgens de middenmarkeringen van je stof uit met de middenlijnen van de hoepel. Positioneer de naald exact boven het centrum van het eerste blok; kleine nudges zijn normaal.


Let op
- Trek stof niet uit vorm; de spanning moet vlak, maar niet overstrakt zijn, om vervorming van het quiltpatroon te voorkomen.
Wie vaker moet herpositioneren, kan voordeel hebben van een borduurring voor brother met duidelijke middenmarkeringen en aanslagen voor reproduceerbare resultaten.
4.4 Quilten van het middenpaneel (blok na blok)
Stik het eerste quiltblok en ga op dezelfde manier verder: uitlijnen, testen en stikken tot je hele middenpaneel gevuld is. Je creëert zo je eigen gequilte achtergrondstof.

Snelcheck
- Loopt het patroon naadloos door van blok naar blok? Zijn steken regelmatig en is er geen overslaan of draadbreuk?
Een groter project blijft makkelijker beheersbaar als je hoepel stevig en vlak is; bij dikkere lagen helpt soms een mighty hoop om alles stabiel te klemmen tijdens het quilten.
4.5 Afbeelding centreren en borduren op het gequilte paneel
Print een sjabloon van de gewenste afbeelding (het voorbeeld gebruikt een Franse Bulldog). Gebruik de kruisjes op het sjabloon om de positie precies met je hoepel te laten samenvallen, net als bij het eerste blok. Stik vervolgens de afbeelding.


Let op
- Controleer de positie tweemaal: op gequilt oppervlak valt misuitlijning extra op door het reliëf.
Omdat je elk gewenst motief kunt gebruiken, kun je eenvoudig variëren; wie met katten werkt, kan bijvoorbeeld een kattensilhouet kiezen en dat via hetzelfde uitlijnproces plaatsen. Voor strak inzetten op dikkere sandwich-lagen gebruiken sommigen een magnetische borduurring voor brother om verschuiven te minimaliseren.
4.6 Borders kiezen, samenstellen en aanzetten
Bepaal je border-layout: draai en mix de blokken tot je tevreden bent. Markeer 1/4 inch vanaf de rand van je gequilte middenpaneel, leg de border met goede kanten op elkaar en stik met 1/4 inch naadtoeslag rondom. Pers het geheel daarna goed vlak.

Snelcheck
- Zijn de naden recht en sluiten de hoeken netjes aan? Valt het patroon visueel in balans rondom het midden?
4.7 Borders quilten op de borduurmachine
Hoepel wateroplosbaar vilene en trek een rechte referentielijn. Lijn je bordersectie daarop uit en quilt blok-voor-blok of per rij, afhankelijk van je hoepelmaat en sjabloon.

Pro-tip
- Test eerst één borderblok met een korte proefstiklijn op vilene om te zien of je uitlijning klopt, vóór je de hele rij stikt.
Wie graag buiten de standaard hoepelafmetingen werkt, kan baat hebben bij systeemhoepels; in sommige ateliers wordt bijvoorbeeld met dime magnetische borduurring gewerkt om snel te herpositioneren zonder te herhoepelen.
4.8 Trimmen, achterkant en bies aanzetten
Trim de volledige placemat met rolmes en quiltliniaal exact haaks. Leg fleece als achterlaag tegen de achterkant, en bereid de bies: snij 2.75 inch en vouw dubbel. Stik de bies aan met 1/4 inch; werk de hoeken netjes af en zorg dat alle lagen worden meegestikt.

Checklist stappen
- Middenpaneel volledig gequilt zonder hiaten.
- Afbeelding perfect gecentreerd en compleet gestikt.
- Borders aangezet, geperst en gequilt.
- Placemat haaks getrimd; bies gelijkmatig rondom.
5 Kwaliteitscontrole
- Uitlijning: raster en kruisjes moeten overeenkomen met hoepelcentrum; het quiltpatroon moet doorlopen zonder sprongen.
- Steekkwaliteit: geen overslaan; bovendraad en onderdraad consistent; geen rimpelvorming.
- Trim en vorm: alle hoeken 90°; randen recht; bies gelijkmatig breed.
- Borders: naden sluiten; hoekpunten niet uitgerekt; geen golfjes.
Snelcheck
- Leg een rechte liniaal over meerdere quiltblokken: lopen lijnen visueel door? Zo niet, herleid waar de eerste afwijking is begonnen (vaak in hoepelpositie of markering).
Let op
- Te veel lijm kan residu achterlaten dat trimmen en nauwkeurig vouwen bemoeilijkt; werk daarom met lichte, gelijkmatige nevel.
Voor wie seriematig werkt is het handig om herhaalbaarheid te borgen met vaste hulpmiddelen; een set magnetische borduurringen voor borduurmachines kan het aantal re-hoop acties beperken, waardoor elke volgende placemat consistenter wordt.
6 Resultaat & vervolg
Je eindresultaat is een placemat met:
- Een gequilt middenpaneel gevuld met naadloos aansluitende blokken.
- Een centrale afbeelding naar keuze (in het voorbeeld een hond), strak gecentreerd op het reliëf.
- Pieced borders die het middenpaneel omlijsten, eveneens gequilt voor textuur.
- Een zachte fleece achterkant en een nette bies voor een professionele afwerking.
Vervolgideeën
- Varieer de blokgrootte en de layout (één lange rand of rijen boven/onder) voor andere verhoudingen.
- Voeg extra afbeeldingen of woorden toe in lege blokken van het middenpaneel.
- Wissel de kleurstelling van de lapjes per seizoen of thema.
Wie vaak herhaalt, kan voor workflow-optimalisatie overstappen op een klem- of magneetraam; voor sommige gebruikers werkt een snap hoop monster magnetische borduurring prettig om borders snel te positioneren zonder schroefwerk.
7 Probleemoplossing
Symptoom → Mogelijke oorzaak → Oplossing
- Blok verschuift tijdens stikken → Te weinig fixatie of stof onder spanning → Gebruik een lichte 505-nevel, controleer de vlakheid vóór start; overweeg een stabieler raam zoals magnetische borduurringen voor meer klemming.
- Quiltpatroon sluit niet aan tussen blokken → Markeringen niet exact; naald niet boven centrum → Hercontroleer kruisen en gebruik de trace-functie om centrum te verifiëren; maak kleine nudges vóór je start.
- Rimpels in het middenpaneel → Overstrak gehoepeld of inconsistent materiaaltransport → Re-hoepel met vlakke spanning; test een kort motief en controleer of de lagen gelijkmatig liggen.
- Borders ongelijk of scheef → Onregelmatige 1/4 inch naad → Gebruik een naadgeleider of een speciale 1/4-inchvoet; pers na elke naad.
- Bies pakt niet alle lagen → Onvoldoende speling of te snel gestikt → Gebruik klemmetjes/clips rondom en werk in segmenten; controleer de onderzijde na enkele centimeters.
Snelcheck
- Print een klein testblok van je quiltmotief en stik dit op een restlapje met dezelfde sandwich; pas zo nodig je uitlijning aan vóór je echte paneel.
Let op
- Het filmpje noemt geen snelheids- of spanningsinstellingen; maak bij twijfel altijd een proeflapje met jouw machine-instellingen.
Als je graag verschillende machines/hoepels uitprobeert, let dan op compatibiliteit van raam en machine; sommige borduurders gebruiken bijvoorbeeld mighty hoops magnetische borduurringen om dikkere sandwiches stabiel te houden.
8 Uit de reacties
- Diverse lezers geven aan dat het project veel nieuwe ideeën oplevert — dat herken je zodra je de flexibiliteit van sjablonen en blokrotaties ontdekt.
- Iemand vroeg zich af of een kattenmotief ook kan: ja, elk gewenst ontwerp werkt, zolang je de sjabloon met kruisjes gebruikt en exact uitlijnt zoals beschreven.
