Table of Contents
Video bekijken: “How to Adhere Patches on a Cap: Heat Transfer vs. Embroidery” door Ricoma
Een patch perfect op een pet krijgen kan sneller dan je denkt—óf juist onverwoestbaar. In deze gids laten we je beide kanten zien: razendsnel hittepersen of langdurig vaststikken met de borduurmachine. Jij kiest wat past bij je workflow én klantverwachting.
Wat je leert
- De voorbereidingen voor het maken van patches: materialen, randen schoonwerken en veiligheid.
- Cap-setup en machine-instellingen voor een trace stitch en tack-down (vaststik)stitch.
- De volledige hittepersprocedure, inclusief temperatuur, tijd en teflonbescherming.
- Wanneer je welke methode kiest: snelheid, duurzaamheid en marge.
H2: Patchbevestiging begrijpen: borduren vs. hittepers Welke methode kies je? Borduren/naaien geeft de patch een langere levensduur, maar kost meer tijd. Hittepersen is sneller, maar met de tijd kan de patch loslaten. In de video worden beide methoden naast elkaar getoond, zodat je kunt bepalen wat bij jouw productie en esthetiek past.

Let op
- Bij borduren/naaien: hogere duurzaamheid, extra stappen en tijd.
- Bij hittepersen: snel klaar, maar op termijn mogelijk minder hecht.
H2: Methode 1: Patches borduren en vaststikken H3: Voorbereiden van je patches De presentator borduurt eerst twee patches op een stuk stevige stof (een dikke stof uit het magazijn), maar je kunt ook een stevige cut-away stabilizer gebruiken. Het doel: een strak geborduurde patch die je later op de pet bevestigt. Opzetten is eenvoudig: span de stof in een E-maat ring—onderring neerleggen, stof erop, bovenring aandrukken en strak zetten.


Snel check
- Stof is strak en rimpelvrij.
- De ring zit stevig vast.
Daarna gaat de hoepel in de Ricoma MT-1501. In het menu selecteer je het patchontwerp (Eagle) en maak je er twee naast elkaar met 70 mm tussenruimte. Vervolgens kies je de juiste ringmaat (E-size), controleer je de kleurvolgorde en centreer je. Traceer tenslotte om zeker te zijn dat de naald niet over de ring gaat. De machine draait op 1.000 steken/min.

Pro tip Gebruik voor nette details een 60-weight garen en een 75/11 naald, zoals in de video. Zo behoud je scherpe randen en fijne tekst.
Tijdens het borduren zelf laat je de machine zijn werk doen. Twee patches van elk circa 16.000 steken komen uit op ongeveer 35 minuten totaal.

Let op Kijk mee tijdens de eerste minuten: spanning en steekvorming moeten er goed uitzien. Eventuele problemen zie je dan het snelst.
Nabewerking: Haal de ring uit de machine en knip eerst grof vierkantjes rond je patches. Ga daarna met een kleine, gebogen schaar dicht langs de rand voor een nette vorm. Maak de achterkant schoon en gebruik een aansteker om rafelige draadjes aan de rand voorzichtig te versmelten.


Snel check
- De randen zijn strak en gelijkmatig.
- Er zijn geen loshangende draadjes.
Uit de reacties Een lezer vroeg of stabilizer altijd nodig is. In de video wordt gewerkt met dikke stof of stabilizer; de Ricoma-reactie elders benadrukt dat vrijwel elk borduurproject enige vorm van backing/stabilizer nodig heeft, met enkele uitzonderingen.
H3: Digitaliseren en machine-setup voor het vaststikken Om een patch netjes op een pet te stikken, gebruik je een bestand met een trace stitch (om de positie te markeren) en een tack-down stitch (om de patch permanent vast te zetten). In de video wordt dit voorbereid in Chroma: een trace-cirkel en vervolgens een tack-down. Er is extra marge gecreëerd via pull/push-compensatie (tot 130%) zodat kleine krimp tijdens het borduren van de patch wordt opgevangen. Daarnaast maak je de trace en tack-down net iets kleiner dan de buitenrand van de patch.
Let op Maak de trace stitch zichtbaar op de pet: in de video is naald 3 (rood) gekozen op een zwarte pet. De tack-down is zwart (naald 11) om te blenden met de patchrand. Zet ‘frame out’ op de eerste kleurstap aan, zodat de machine na het traceren stopt en de pet naar voren haalt voor plaatsing.

H3: Patch op de pet vaststikken - Hoepel de pet op de cap driver; zorg dat de front netjes strak staat.

- Laad het cirkelbestand (trace + tack-down) en selecteer de cap-hoepel.
- Centreer fysiek met naald 1, traceer om metaal of te hoog bereik te vermijden.

- Start: de machine naait de rode trace-stitch en stopt (frame out).
- Breng een beetje adhesive spray (Fast Tack) op de achterkant van je patch aan (of gebruik tape) en positioneer exact binnen de trace.

- Start opnieuw: de zwarte tack-down hecht de patch permanent.

Let op Kleine verschuivingen tijdens de tack-down geven een scheve rand. Gebruik voldoende tijdelijke hechting en druk de patch goed aan voor je opnieuw start.
Snel check
- Lijn de patch precies binnen de trace.
- Volg tijdens de eerste steken van de tack-down of er geen beweging zit in de patch.
H2: Methode 2: Patches hittepersen H3: Patch voorbereiden met hitte-activatie Voor hittepersen heeft de presentator de cap-heatpress HP-0408FC ingesteld op 380 °F (193 °C) en 30 seconden. Leg een stuk gewone stof bovenop de onderste pad (tegen lijmresten), leg de patch met de voorkant naar beneden en positioneer de adhesive sheet op de achterkant van de patch (lijmkant naar beneden). Sluit de pers 30 seconden. Laat de patch een minuut of twee afkoelen en pel daarna de drager rustig weg, inclusief eventuele lijmresten langs de rand.


Let op Zonder beschermstof kan de pad lijmresten oplopen. Plaats de sheet bovendien met de juiste zijde omlaag.
H3: Patch op de pet persen - Plaats de pet strak op de cap-press pad.

- Centreer de patch op de pet met de lijmlaag naar beneden.
- Bedek met een teflon sheet voor gelijkmatige warmteverdeling.

- Pers 30 seconden op 380 °F (193 °C). Klaar.

Snel check
- De patch ligt kaarsrecht; controleer vóór het sluiten nog één keer de uitlijning.
- Teflon bedekt de hele patch.
Uit de reacties
- Zichtbare afdrukken van de onderplaat? Verlaag waar mogelijk de temperatuur, pre-press kort om vocht en kreuk te verwijderen, stel druk gelijkmatig af, en gebruik desnoods een pressing pillow plus teflon.
- Blijft de patch niet plakken ondanks 380 °F en 30 s? Controleer de juiste sheet en oriëntatie, zorg voor volledige contactdruk en laat voldoende afkoelen voor het pellen.
H2: Naast elkaar vergeleken: duurzaamheid en efficiëntie H3: Levensduur: gestikt vs. geperst De video concludeert dat de gestikte methode langer meegaat, omdat steken mechanische verankering bieden. Hittepersen is sneller, maar op termijn kan de patch loslaten. Reacties bevestigen dat goede lijmen maanden tot jaren kunnen houden, mits juiste toepassing en verzorging. Zoek je maximale bestendigheid of zware belasting (veel wassen, buitengebruik), dan is borduren/naaien het veilige eindstation.
H3: Tijd en workflow
- Hittepers: heel snel, geschikt voor batches en wanneer omloopsnelheid telt.
- Borduren/naaien: trager, extra setup (trace, placement), maar een duurzame afwerking. Voor veel caps kun je tempo winnen door patches vooraf in bulk te borduren en alleen de tack-down op de pet te doen.
Pro tip Maak patches in serie op een lap stof met voldoende tussenruimte, werk ze achteraf uit en kies per order of je tack-down (borduren) of hittepers gebruikt. Zo optimaliseer je doorlooptijd per projecttype.
H2: Jouw keuze: welke methode past bij je? Kijk naar volume, gewenste look en gebruiksintensiteit.
- Snelheid & schaal: wil je in korte tijd veel petten? Hittepersen scheelt je flink wat tijd.
- Esthetiek: de presentator vindt dat hittepersen het volledige ontwerp “schoner” laat zien, terwijl borduren een zichtbare randstik geeft—voorkeur is persoonlijk.
- Langdurig gebruik: tack-down/naaien biedt doorgaans de beste levensduur.
Kosten en marge (indicatief uit de video):
- Hittepers-methode: investering ca. $15,48 per pet (adhesive sheet, stof/stabilizer, pet). Verkoop ca. $25 → winst ca. $9,52. Let op: uit één yard adhesive en stabilizer haal je meerdere patches.
- Borduur-/naaimethode: investering ca. $7,49 → winst ca. $17,51 bij $25 verkoopprijs.
Prijzen en beschikbaarheid variëren per leverancier en moment; de video noemt Joann als winkelbron, en petten rond $3,50.
Let op De exacte digitale instellingen (zoals compensatiepercentages) hangen af van je ontwerp en materiaal. Test altijd op een proefpet of -lap, vooral bij nieuwe patches of stoffen.
Uit de reacties
- Materiaal voor patches? Er wordt getipt om twill of polyester te gebruiken; in de video is gewerkt met een dikke stof/stabilizer.
- Geen originele patchfile? Dan is het lastiger om exact te ‘randen’. De maker raadt dan de hittepersmethode aan of veel testen.
H2: Breid je skills uit met Ricoma H3: Word sterker in je proces
- Digitaliseren: het videoformat laat de basis zien (trace + tack-down). Voor diepgaande tutorials verwijst het Ricoma-team naar aanvullende video’s over patch-digitalisatie.
- Community: heb je detailvragen (naalden, mini-letters, leerpatches)? De Facebookgroep “Embroidery and Custom Apparel Mastery” wordt door Ricoma aangeraden voor kennisdeling en support.
Snel check
- Veiligheid: houd de aansteker kort en gericht bij het ‘schonen’ van randen; voorkom brandplekken.
- Machineveiligheid: traceer vóór je start zodat de naald de ring/hoepel niet raakt.
Kader: Veelgezochte termen (en hoe dit artikel zich verhoudt) Je zult online termen tegenkomen die niet in deze video zijn gebruikt, maar wel relevant zijn voor wie met petten en patches werkt. Dit artikel focust op de Ricoma-setup en -stappen uit de video, maar weet dat je elders vaak leest over, bijvoorbeeld, magnetisch borduurring, mighty hoop, ricoma mighty hoops, hoopmaster station kit, magnetic frames, borduurringen for borduurmachines en mighty hoops. Zie dit als zoekrichting; volg altijd de handleiding en testruns met jouw apparatuur.
Tot slot Beide methoden leveren een fraaie pet met patch op. Laat de toepassing en gewenste levensduur de doorslag geven. Heb je snelheid nodig, kies dan hittepersen met de juiste sheet, druk en temperatuur. Wil je maximale duurzaamheid en een professioneel vastgestikte rand, ga dan voor trace + tack-down op de borduurmachine.
